Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 juli 2025


Negeen dinc, so help mi God, Dan dat hi was een fijn sot; Al heet hi vroet ende conde vele, Nochtan heeften een wijf bij horen spele Datsi hem toende menechfoude, Bracht in 't nette daer si woude. Wat zou DIEDERIK VAN ASSENEDE wel gezegd hebben van zulk eene opvatting der liefde? Over VELTHEM als compilator van de in den Lancelot vereenigde ridderromans spraken wij vroeger reeds.

Cuba es mi Patria.” „Uitstekend! Die heb ik èltijd gèrne gerookt; ik zèl dèrvèn een nemen èls monster.

De coninc: Platus, Platus, bi Tervogant Het dunct mi goet dat ghi mi segt. Laet ons dit ewelijc ghedect Sijn, dese sake, voor die dochter mijn So machics in vreden sijn. Waer sidi, dochter Damiet? Comt tot mi onghelet, Ic moet u spreken, bi Mahoen! Damiet: Vader, dat willic gherne doen. Nu secht mi wats uw ghebot?

«Ic soude mi biechten seer bevreest Met alle minen sinne; Ic heb seven jaer in den berch gheweest...» Ronse verkreeg zijne eerste keure in 1240, vijftig jaren na Kortrijk. Nu kon de bevolking zich ongestoord aan den arbeid overgeven, op den handel toeleggen. Gedurende de middeleeuwen bloeide de lakenweverij zoowel te Ronse als te Gent, te Brugge, te Ieperen en te Kortrijk.

Dat ic hem doen soude eneghe smerte, Die ic te mijnder herten droeeh? De kersten coninc: Swijt, quade vrouwe! hets genoech; Gesproken, ic en wils nemmeer hoeren; Ic sal u in enen put versmoren. Robbrecht, leitse mi ghevaen! De vrouwe: God, die hem ane ene cruce liet slaen, Die so moet mi nu verdinghen Ende te mijnder onscout bringhen, Want ic hier af niet en weet.

Met rechte machic mi beclaghen, Dat ic also menich jaer Hebbe ghewandelt hier ende daer, Ende mijns heren bosch huedere gheweest, Ende ghehoet sijn foreest Ende dese fonteine in dese boschalie, Ende dicke geghaen op dese rivalie Ende meneghen dach ende menich ure, Maer noit en viel mi die avonture, Dat ic hier noit wijf ghesach.

"He, luisteren jullie eens," zeide hij, terwijl hij verschillende accoorden aansloeg; "Bravo, het dier heeft zijn baas herkend: si la sol, fa mi ! O, bliksemsche ! Jij verandert ook nooit. Ik zie wel, dat het mijn instrument is." "Hij houdt vol," zeide Colline tot Rodolphe. "Hij houdt vol," herhaalde Rodolphe tegen Marcel.

"Ay mi!" seegt si, "nu vlie dan! "Nemmermeer so ne wil ic comen, "Of God wilt daer men man hort noemen. "Ay mi!" seegt si, "hier leget doet "Mijn soete vrient, mijn beddeghenoet ... Dan de leukheid waarmede de wachter haar troost: "Bi Gode!" seegt hi, "lieve vrouwe, "Mi es herde leet uw rouwe; "Maer die levende ende die dode "Moeten sceden, al doen sij 't node." ...

Zij verkoopen het volk aflaat van zonden; zelf koopen zij dien niet, al hebben zij hem evenzeer noodig. In het sermoen zoekt men hen te vergeefs, al zou het voor hen evenveel vrucht dragen als voor de leeken. BOENDALE zegt later, dat hij der papen vriend is Maer dat si mesdoen, dats mi leet;

De jonghelinc: Mijn god, die niet en es verborghen, Die moet nu mijn troester sijn! O Mamet ende Appolijn, Mahoen ende Tervogan, Dese scoene wapen die hier staen an, Mochten si toe behoren mi, Soe waer ic int herte wel vri Dat ic ware van edelen bloede.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek