United States or Saint Martin ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zóó had Simon gesproken en zijne woorden hadden een diepen indruk op Pheidippides gemaakt. Deze nam zich dan ook ernstig voor, van dit oogenblik aan zijne beste krachten te wijden aan den met zoo verlokkende kleuren geschilderden staat.

DE DUIVEL. Het maagdelijn is een mensch: zij kan tot God gaan en eene plaats voor Zijn aanschijn vinden. Ik, overwonnen, neergebliksemd en tot den afgrond gedoemd, ik alleen blijf eeuwig gebannen. Den verachtelijken lieveling is mijn ontnomen vaderland geschonken. En ik zou hem niet haten, niet vervolgen? O, te lang reeds gesproken! De nijd brandt gloeiend in mijnen boezem. Aan mij deze ziele!

Dat heeft reeds menigen wel doordachten raad der verstandigste mannen in den wind doen vervliegen, en nooit kon het staatsbeleid van eene Iras noodlottiger worden dan juist nu, indien het lot niet reeds het laatste woord gesproken had." »Dus dit bezwaar is ook opgeheven!" riep Charmion levendig uit, »dan weet ik voor mij zelve wat ik doen zal!

Toen Titus zoo gesproken had, stond hij met verstoord gezicht op, nam Gisippos bij de hand en toonde, dat het hem weinig kon schelen, hoevelen er ook in den tempel waren en ging het hoofd schuddend tot bedreiging er uit.

Ze had niet zoo fluisterend gesproken of Elsje had verstaan, wat zij zeide. Ze beet zich op de lippen, wendde het hoofd af en keek met een brandend gevoel in hare oogen den tuin in. Schreien wilde zij nu niet, d

De derde Dag van de Decamerone eindigt; de vierde vangt aan, waarop onder het bewind van Filostrato gesproken wordt van hen, wier liefde een ongelukkig einde had. Zeer geliefde donna's.

Terwijl ik zoo, zonder dat ik reden had om bang te zijn, dat ik mijn maag zou overladen, zat te eten, kwam Louis Garcia, die pastoor van Gabie, bij Granada, was geworden, de zaal binnen. Hij was zeer verheugd mij te zien, kwam naast mij zitten en zei, na nogmaals van zijn dankbaarheid te hebben gesproken: "Nu de fortuin mij u doet ontmoeten, zullen we niet scheiden voor we samen hebben gedronken.

"Het is geen spotternij," zei hij, "maar de markiezin bemint mij. Ze heeft op de volgende manier tot mij gesproken: "Ik weet, dat ge weinig fortuin hebt en ik ken uw adel; ik heb een groote genegenheid voor u en ik ben van plan u te trouwen, daar ik geen ander middel weet, om u op behoorlijke wijze rijk te maken.

Zij loog, meneer, zij heeft altijd gelogen. Ik weet niet of die vrouw ooit in haar leven een waar woord heeft gesproken; maar als zij sprak geloofde ik haar: het was mij te machtig. Zij radbraakte het Baskisch en ik hield haar voor een Navarreesche; alleen haar oogen al en haar mond en haar gelaatskleur bewezen dat zij een zigeunerin was. Ik was gek, ik lette op niets meer.

Gelukkig heeft geen van 't drietal de vleiende pantomine van nicht Barbara opgemerkt, en als zij vertrokken is, zegt Dorus: "Augusta, ik dank je; dat was ferm gesproken."