United States or Sweden ? Vote for the TOP Country of the Week !


Door de idealiserende verheerliking der voornámen en hun leven konden zulke kronieken heel dikwels de onmiddellike voorgangers zijn van de heldendichten der baronnen en van de Ridderromans; evenals de kerk in het wereldlike leven medehielp om het gebouw der feodale hiërarchie te bevestigen, door er de stopverf der kristelike onderdanigheid bij te doen.

Onder de 31 voorschriften daaruit die Andreas uit de troubadourlyriek en de ridderromans getrokken heeft zijn er als volgt: dat de liefde geheim gehouden moet worden, dat het huwelik geen geldige reden is te weigeren een ander lief te hebben, dat men maar één te gelijk liefhebben kan, maar heel goed door méér dan één bemind kan worden, dat niemand zonder goede reden er van af moet zien iemand lief te hebben en dat men twee jaar lang over zijn afgestorven geliefde moet treuren.

Het moderne geestesleven zou nog verder ten achter gestaan hebben in morele verfijning en maatschappelike vormen, de moderne poëzie zou heel wat armer geweest zijn aan sentimentaliteit en een eigenaardig soort romanfantasie, indien het adelike hofleven der 12de en 13de eeuw niet geleefd was en de gedichten der troubadours en de ridderromans nooit geschreven waren.

Met de groote ridderromans zal het wel niet anders zijn gegaan. Doch men behoefde natuurlijk niet steeds een werk in zijn geheel voor te dragen; het karakter van vele middeleeuwsche dichtwerken leende zich zeer goed juist tot gedeeltelijke voordracht. De vraag doet zich hier op: hoeveel verzen droeg men gewoonlijk in ééne "lesse" voor?

Het komt mij waarschijnlijk voor, dat deze voorstelling eene herinnering is uit de dagen, toen de jonge verliefde Vlaming zich zoo gaarne verdiepte in ridderromans. In den roman van Lancelot toch legt een abt aan BOHORT de beteekenis uit van een visioen dat die ridder heeft gezien.

Ariosto's van liefde razende Roeland en de heldin Bradamante in panser en kuras, Chaucer's »Fair Emily" op een schone Meimorgen, en Spencer's Britomartis die de wereld doortrekt om een ontvoerde geliefde te zoeken wier beeld zij in een spiegel gezien heeft, Tasso's kokette en ijverzuchtige Armida... aan al dergelijke figuren kunnen wij zien hoe ze direkt uit middeleeuwse ridderromans stammen en op hun beurt weer leiden tot Racine's despotiese en jaloerse prinsessen, tot de desperate minnaars der romantiek en Tennyson's »fair Elaine".

Behalve bovengenoemde ridderromans, welke althans gedeeltelijk nog in wezen zijn, moeten er nog vele andere hier te lande bekend zijn geweest. Zoo maakt Maerlant in zijne verschillende werken melding van de volgende verhalen: "Tristan en Isoude", "Octaviaan", "Madocs Droom" en "Amadas en Ydoine", van deze zijn echter geen Nederlandsche bewerkingen bewaard gebleven.

In de bewerkingen der ridderromans zagen wij hier en daar wel gevoel voor het ridderwezen in zijn heroïek idealisme, zijn hoofschheid en fijnheid, doch vaker het burgerlijke tegenover het ridderlijke, het dorperlijke tegenover het hoofsche; uit gemis aan aesthetischen zin het aanschouwelijke en beeldende opgeofferd aan de eischen van fatsoen en zedigheid.

De ridderromans van Hartmann vonden ook hun weg oostwaarts en in Beiers Frankenland vond hij een navolger in Wolfram von Eschenbach.

Hij wist niet, dat deze al zijne hoogdravende en dolle benamingen uit oude ridderromans had geput en ze nu te pas bracht, alsof die wonderbaarlijke geschiedenissen waarheid geweest waren. Zijne phantasie spiegelde hem de zotste dingen voor. "Maar wat hebben die beide legers tegen elkaar?" vroeg Sancho Panza eindelijk.