United States or Latvia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Tranen vloeiden over de wangen van het arme meisje; zij weende niet om zich zelve maar om hare moeder, die oud en ziekelijk was en thans de voedzame geitenmelk zou moeten missen. Ze waren zoo arm en verlaten, de weduwe Soete en hare eenige dochter.

Machteld huwde Willem van Normandië, een der beroemdste edellieden van zijnen tijd. Jaren lang voerde hij krijg in Engeland, terwijl zijne vrouw in Normandië bleef. Eindelijk, toen haar echtgenoot tot koning van Engeland werd uitgeroepen, volgde zij hem over zee met Anneken Soete, hare moeder, alsook verscheidene Vlaamsche edellieden die, door de nieuwe koningin, rijkelijk werden begiftigd.

Na vervolgens aan Tesselschade al de dwaasheden te hebben geschetst, tot welke de liefde hem vervoerd had, roept hij hare hulp in; zij toch heeft hem met Machteld in kennis gebracht; zij is er de schuld van, dat hij verliefd is geworden en moet hem dus tot "soete voorspraak" zijn, en zoo de juffer weten wil, wie het is, die naar hare hand vraagt, tot haar zeggen: dat het iemand is, den meer bezadigden leeftijd genaderd; terwijl hij haar verder dit afbeeldsel van zichzelven in den mond geeft: 't Welgevall van schoone leden Schreef hem niemand toe met reden: Aen het bruynen van sijn huyt Kijkt de Haeghse Herder uyt;

"De Freule heeft wel deugdelijk gelijk," riep Botbergen uit, "de droes haal mij, als ik iets uit die opgesmukte woorden wijs kan worden. Waarom niet eenvoudig gezegd. Dus eenigh Alleenigh Te zijn Is pijn. Dus laat ons beyd. O soete meyd! Versamen eens in vrolickheyd. en 't geen er verder volgt, zooals de Dominees zeggen als zij den Psalm opgeven."

Zouden wij het wagen, met onze brandende toortsen, in de bosschen te zoeken?» «Dat zou gevaarlijk zijn» sprak een derde, laten wij naar de hut gaan der weduwe Soete, zij of hare dochter, hebben wellicht onze vrouw of haar paard gezienAnneken wist genoeg; de mannen, die zij voor boosdoeners aanzag, waren dienaars, die hunne meesteres zochten.

Die scone waren ende soete roken. Wat eene liefelijke maagd kwam daar! Haer voorhooft was wit ende slecht Haer neuse scone ende recht Hare winbraauwen bruin ende gebogen, Lachende waren haer die oogen; Haer mont was cleene ende niet groot, Ende hare lippen rosenroot, Die altoos stonden in die stede Als om haar lief te cussen mede.

Juist hadden eenige mannen de valbrug nedergelaten, dienaars openden de zware poortdeuren, honden blaften, paarden hinnikten en een voorname stoet van heeren en dames verliet de sombere woning. Met eerbiedige bewondering trad Anneken Soete op zijde en zag de geduchte edellieden en hunne vrouwen voorbijtrekken.

Haer zeden zijn beleeft, haer reden wel gebonden*, 485 Haer spraeck is enckel geest en niet als soete vonden;* In 't korte, watse doet en watse neemt ter hant, Dat toont een goeden aert en ongemeen verstant.

Toont de onbekende dichter der Chanson de Roland niet eene sterke liefde voor "dulce France"? Het zou geen wonder zijn, dat menig hoorder der Nederlandsche bewerking zich bewust is geworden van de liefde tot zijn geboorteland, waar hij ROELANT hoorde zeggen: Dan wille God niet, dat ghesciet, Dat soete Vrankrike bi mi Sijn eere verliese, hets soe vri!

Vooral met den naam De Soete schijnt my dit het geval te wezen, ofschoon eene andere afleiding ook kan gegeven worden. Zoo weet ik b. v. van twee broeders, de eene een apotheker, de andere een kruidenier, die door hunne stadgenooten met de bynamen »de zoete" en »de bittere" werden onderscheiden. Zoo iets kan by 't ontstaan van bovengenoemde geslachtsnamen ook hebben plaats gehad.