Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 juni 2025


Anneken Soete sloeg een kruis, prevelde een Vader-Ons, opende het lage deurtje der hut en verdween in de duisternis. De weg was lang, doch het meisje stapte altijd door, bad, en sloeg kruis op kruis. Eensklaps, midden op de vlakte bemerkte zij een rossen gloed. Zwarte gestalten, dragende brandende toorsten, naderden. Zouden het ook struikroovers zijn, die eene hoeve of een slot gingen aanranden?

Vgl.? Dit heb ik je te zeggen dat je dat doet; en: Dat heb ik te weten, dat dit gebeurt. 288. koorts. Vgl.: "dat een soete coorts haer in het herte quam, Ghecropen meer en meer, die haer den sin benam", Vermaeck der Ieucht, . En 't Koortsigh Liedje, van Bredero. 291. heydens volck, gen. vóór 't bepaalde woord, vgl. 752, 1351, 1522; vgl. Vondels Taal, § 72, i. f. Of adj. ? vgl. Spaens, heus.

"Ay mi!" seegt si, "nu vlie dan! "Nemmermeer so ne wil ic comen, "Of God wilt daer men man hort noemen. "Ay mi!" seegt si, "hier leget doet "Mijn soete vrient, mijn beddeghenoet ... Dan de leukheid waarmede de wachter haar troost: "Bi Gode!" seegt hi, "lieve vrouwe, "Mi es herde leet uw rouwe; "Maer die levende ende die dode "Moeten sceden, al doen sij 't node." ...

De macht dezer heeren ging over op hunne zonen en latere afstammelingen met wier eigenaardig schilderachtig leven, gij in het volgend verhaal kennis zult leeren maken. Anneken Soete, de kleine herderin. Op een verzengend heeten zomer waren frissche, kalme najaarsdagen gevolgd.

Zy bestaan uit eenige byvoegelike naamwoorden van smaak en van kleur: De Soete, Soete, Soet, Zoet, met Zuur, Zuure en Bitter. Deze namen weet ik anders niet te duiden, dan door aan te nemen dat zy, als bynamen, in gebruik gekomen zijn om de byzondere gemoedsstemming, in overdrachteliken zin, by dezen of genen aan te duiden.

Soete meysken, dat verslagen Dus beroyt loopt en ontkleet, Ick moet v hier eenmael vragen, Wat is de oorsaeck van v leet? Meysken segt my toch de reden, Wie ghy syt en hoe ghy heet. D. Pietersz. Pers.

Droge vrouwtje met haar vinnig spitsneusje zat naar adem te happen in den hoogen leunstoel. In de keuken zong de meid, larmoyant, opzettelijk schel, een sarrend, drensend geluid. Droge vrouwtje luisterde met de magere vingers tegen elkander. "Mina." Geen antwoord. De meid galmde met harde inzettingen: ..."Soete,...lieve...swartkop...voel...is... hoe... me... hart... klop"... "Mina... a... a!"

Zie, als Pallieter dat zag, maakte hij met speeksel zijn wijsvinger nat, stak hem in de lucht en als hij voelde dat zijn vinger koel werd langs den Zuiderkant, schoot hij in een luiden lach, rolde spertelend in het gers en zong in den stillen avond dat het klonk tot over de Nethe: "Die mi morghen wecken zal dat salder wesen die nachtigal die nachtigale soete; ick wille dan gaen in genen dal die suvere bloemen groeten...."

Hem die met minnen es bevaen, Dat een zwaer karker es ende soete. In dien kerker was ook de jonge MAERLANT gevangen, toen hij de hand sloeg aan eene bewerking van den roman van ALEXANDER, ter wille van eene schoone die hem gevangen hield en peinzen deed . Behalve den Alexander bewerkte hij in deze eerste jaren nog drie andere romans.

Dies seyt hy: Dit ontwerp dat ghy hebt voort-gebracht, 595 Gaet verde*, soete maeght, en dient te zijn bedacht.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek