United States or France ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij kan je tot bokspoot-opper-en-onder-krijgsbevelhebbersvrouw maken; hij heeft de heele kast vol zilvergoed, dat hij in geheime laden bewaart.» «Ik wil de donkere kast niet inzei de kleine herderin. «Ik heb hooren zeggen, dat hij daarin wel elf porseleinen vrouwen heeft zitten

Het Park was eigenlijk een onafzienbare tempel, een tempel zonder muren. Dit ging zijne verwachting verre te boven. Ben-Hur daalde af in de vallei. Daar graasde een kudde schapen. De herderin wenkte hem: Kom! Een weinig verder verhief zich midden op 't pad een altaar van zwart en wit marmer, en daarop een bronzen bekken met brandend reukwerk gevuld.

Dat gebeurt alleen in sprookjes, meende Cesar, die de zaken kalmer opnam dan zijne vrouw. Neen Cesar, het gebeurt ook in het werkelijke leven. Helaas, mijn goede Cornelia, de tijd is voorbij toen koningen herderinnen tot vrouw namen. Trouwens, zooals de zaken tegenwoordig gesteld zijn, weet ik niet of iedere herderin wel met eenen koning zou willen trouwen.

En nu volgden, als de kaars weder op hare plaats was, de vertooningen van Jan Claeszen met zijne kindertjes, van de militaire evolutiën der soldaten, van den herder "met sijn soete liefe fogel, en de herderin met aar allerliefste liefe kouw," van de gebroken brug met de eendjes, die in 't water zwemmen, van Mijnheer Augustijn met zijn luchtballon, van Laurens zelf, die zijn tooverlantaarn vertoont, en misschien nog een paar, welke ik alle hier niet vermelden kan, doch die, wanneer eenmaal de biographie, waar de beroemde man recht op heeft, in 't licht zal komen, niet zullen mogen ontbreken.

De hemel met al zijn sterren was hoog boven en al de daken der stad diep beneden hen. Zij zagen ver in de rondte, ver de wijde wereld in. De arme herderin had het zich nooit zoo voorgesteld; zij leunde met haar hoofd tegen haar schoorsteenveger aan, en toen weende zij zoo geducht, dat het goud van haar gordel afsprong. «Dat is te veelzeide zij. «Dat kan ik niet verdragen!

Bewusteloos lag de gravin op het zachte mos; geen vogel zong in de hooge mastboomen, wier donkergroene takken zich als een priëel ineenvlochten boven het hoofd der eenzame vrouw. Langzaam keerde Anneken, de kleine herderin, naar de woudhut terug. Bosch en heide had zij doorloopen, hare voeten bezeerd aan braamstruiken en distels, maar haar geitje, helaas! niet gevonden.

Zij is geheel alleen, te midden dezer groote eenzaamheid: men zou geneigd zijn zich af te vragen, waartoe dit goud, die pailletten, die muntstukken, die koralen, en al die levendige, schitterende kleuren, te midden dezer naakte, sombere rotsen? en door welk zonderling toeval, waar de natuur zoo doodsch, het landschap zoo eentonig en dor is, kleur en leven, glans en harmonie herboren worden en triomfeeren in de kleeding eener eenvoudige herderin?

«Je bent zeker hoogmoedig geworden, sedert je in stukken gesprongen bentzei de bokspoot-opper-en-onder-krijgsbevelhebber. «Mij dunkt, dat je volstrekt geen reden hadt, om zulk een gevaarlijken sprong te doen. Mag ik haar hebben of mag ik haar niet hebbenEn de schoorsteenveger en de kleine herderin keken den ouden Chinees in angstige spanning aan; zij vreesden, dat hij zou knikken.

«Dat kan ik onmogelijk uithoudenzeide zij. «Ik moet het kastje uitMaar toen zij weer op den vloer kwamen en naar het tafeltje keken, was de oude Chinees wakker geworden en schudde met zijn geheele lichaam. «Nu komt de oude Chineesschreeuwde de kleine herderin en viel op haar porseleinen knieën neer: zoo bedroefd was zij.

«Als wij mijn ouden grootvader eerst maar weer heel haddenzei de herderin. «Zou dat erg duur zijnEn gemaakt werd hij. De familie liet hem in den rug lijmen; hij kreeg een goeden spijker door zijn hals; hij was zoo goed als nieuw; maar knikken kon hij niet meer.