United States or Namibia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zoo werd Mietje door de hulp van verschillende menschen, die medelijden met haar hadden, netjes ingespannen, en om één uur stond zij al in hare tent, gereed om de gasten te ontvangen. Jan en Karel hadden goed geraden. Dien middag kregen zij inderdaad vacantie. Dat gaf eene vreugde. Onder een luid gejoel verlieten de kinderen de school, om te gaan eten.

"En waarom heeft hij dat niet gedaan?" "Wij waren onschuldig, burgemeester," zei Jan. "Die praatjes kennen wij, en zij doen ook niets ter zake. In dien brief gaf ik Flipsen last, jullie op te sluiten, en nu sta je alle twee hier? Hoe komt dat?" "Burgemeester," zei Jan, "wij hadden het niet gedaan, maar twee andere jongens waren de schuldigen.

Janbroers is: de zoon van Broêr-Jan, van broeder Jan. Maar deze laatste naam kan men ook als het patronymikon van eenen dubbelen mansnaam beschouen, zoo als Woutermaartens is.

Deze huwde met Heer Jan van Merode, geboren uit het aanzienlijk Grafelijk geslacht van dien naam, uit Gulik herkomstig, en aldaar reeds in 1250 bekend. Hy werd in 1583 met het Burchtgraafschap verlijd, maar bezat het niet zoo lang als zijn schoonvader. Zijn huwelijk had hem geen zonen, slechts eene dochter, Anna, geschonken.

Het moedig gedrag van den Frieschen Zeekapitein JAN BINKES in die dagen is vermeld achter Aanteekening 23.

Het stuk is geen vertaling van Shakespeare's treurspel, maar toch heeft Jan Vos dit gekend en nagevolgd, zoodat er hier en daar overeenstemmende passages in voorkomen, niettegenstaande men er zeker van kan zijn, dat Jan Vos geen enkele vreemde taal machtig was. De verklaring hiervan is zeer eenvoudig.

"Je kunt je getuigschrift krijgen," riep de molenaar hem achterna, "maar eerst tegen St. Jan." Waarom was de oude molenaar zóó boos? Hij mocht toch Hendrik gaarne lijden, hij zelf had er in de laatste dagen dikwijls aan gedacht, dat Hendrik en zijn Fieken voor elkander wel geschikt waren; hij zelf had hem gisteren "zijn lieven zoon" genoemd, maar, dat was 't juist!

De woorden die ze daarna nog spraken ondereen gingen zoetjes, ingehouden om de ruste niet te storen die omendom al begonnen was en ze legden zich bachten 't blauw behangsel, in bedde hun moede leden te rusten. In 't donker en in 't stilliggen eer ze sliep, bedacht Wieze hoe morgen in de vroegte Jan te verrassen met den feestelijken besteek waaraf hij niets en wist.

Iedereen wilde hun de handen drukken, iedereen betuigde hun achting en vriendschap, en degenen, die het meest op hen waren verbitterd geweest, hieven de luidruchtigste gelukwenschen aan. De kreten: "Leve Jan Verhelst! Leve Mie-Wanna!" ontstonden elke minuut opnieuw, en waar hun oudste zoontje voorbijging, riepen zijne schoolmakkers: "Leve Sander! Leve Sander! hoera! hoera!"

En de beide Sint Jan's hebbend hun eigenschappen: de banderol en de gifkelk, statuën achterin, schouwend, patronaal. En het is op de begeleidende zijstukken: links de historie van St. Jan den Dooper, die roepende in de woestijn, den Christus heeft gewijd. Vooraan ligt zijn uit de halsgaten bloedspuitende romp; Salomé de danseres staat er verfijnd lachend het sombere hoofd op de schaal te wiegen.