Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juni 2025
Hij volgde nog den flauwen gang van hun liedje, zag de gestalten verminderen, en eindelijk werden zij drie zwarte vlekken tegeneen. Ze tuimelden altemets, lijk kerels omgeblazen en bleven een thoelang gedoken liggen. Later kropen ze één voor één weer boven, hernamen den wankelgang en doolden voort tot ze onzichtbaar werden, versmolten in den schemer, bachten den voorhang van den vallenden dauw.
Ze knoopte de stelen met een bieze toe en zette den prachtigen rieker in het goud-bebloemd kommeken met water. En nu alles weggeborgen onder de kannebank in de waschkamer en 't bord daarvoor en een stoel daartegen en Jan zou wel niet merken dat er iets gaande was. Ze klom op den boom nog en trok een mandeken krieken en dook ze bachten de bedsponde.
Ge moest me toch dat meerselke gelaten hebben, bachten mijn huis! loech Verlinde. Als u dat nu bezonder plezier kan doen, 't ware geern gegeven, zei Vanhoutte, zonder zich om te keeren of uit te scheiden van zijne bezigheid. Zeker kerel, 'k moet nu alle dagen een half uur ver om mijne klaver rijden! Is 't gedaan? 't Is gedaan. Ehwel, goed dan: vrienden lijk voren en na! Lijk voren en na!
De weg hield aan in effene, uitgerekte, rechte lijn waar hij in de duisternis eindde. De reuk van warmen stalmest kwam met een zwaai door de lucht gewaaid en Verlinde voelde nu van waar hij zat drukken op zijnen rug, bachten zich, de tegenwoordigheid van Vanhoutte's hoving.
Maar Acglovael schaterde op eens, wijzende naar een wijde vlakte, die zij langs reden en waarover vele kudden schapen als eene zee heen golfden, gedreven door tal van hard aanloopende herders: Ziet, gezellen, gonder, die dulle schapen vlieden en die dullere herderen bachten!
Hij leidde de jonge boonranken op, weerde 't kruid uit de groenselbedden en goot water op de tabakplanten. Als hij de vrouw hoorde schuren met den bezem over den vloer, ging hij stille en haalde een mande uit 't achterhuis en sloop bachten den gevel naar 't aardappelveld. Hij dook zich achter 't hooge koorn en woelde met de vingers de eerste balken open.
De leliën luidden hoog 't wit uit de opene kelkklokken en stonden gesnoerd aan rilde stammen die wiegelden genadig bachten 't vlammende rood van de stokrozen hooge geritst de ronde ballen en geklest aan rijzige persen.
Mijn blijde sylfen: hierheen, hierheen op uw lichte vlinderwieken!! Neemt den jongen ridder hier bachten mij in uwe armen en geeft zijn lijflijk huls aan mijne gnomen in het foreest, ter bewakinge, aan mijn goede gnomen, dat zij hem houden in zoete vaak en voert gij zelve, o sylfen! zijne ziele van liefde met u tot in Ysabele's droom! Komt! Komt! Neemt hem en voert hem met u!
Hij bleef dus maar zitten en loerde alsaan bachten zijne kijkwere naar de groote poort van "Het vlammend Hert". In de herberg was het nu even stil als op straat, de vrouw was uitgekout en weer naar heur werk, en 't scheen den boer dat hij hier alleen zijnen vijand zat af te wachten om eenen slag te slaan. Nog een half uurken, rekende hij, en hij ontstak zijn eerste pijp om den tijd te bedriegen.
Hij klopte als gewoonlijk 't vuur uit zijne pijp, keek over de werf die levenloos en goed opgeschikt lag heel de lange wintermaanden, maar hij vond niets om over te vitten tegen 't werkvolk. Huis en staldeuren en schuurpoorten en luchtgaten, 't was alles zorgvuldig dichtgestopt en stil, 't scheen er bachten al uit verhuisd geen beest dat leven miek.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek