United States or Netherlands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Verbleekt hun liefde, dan zeggen zij het elkaar als eerlijke lieden en geven elkaar hun belofte van trouw terug. Zij zijn niet langer minnaars, zij zijn vrienden. Dit noem ik zachte en sociale zeden." Van een werkelijk samenleven van man en vrouw was onder de hoogere klassen geen sprake.

Zijn naaste vrienden herkenden hem niet, toen hij in Weimar terug weer naar Italië verlangde en zich met moeite schikte in de bekrompenheid van het duistere provincie-stadje dat hij was ontgroeid. Niemand had hem meer iets te geven. Geen vertrouweling hielp hem zijn gemoed verkennen.

Met deze en dergelijke bespiegelingen kortte Veervlug zich den tijd, toen hij zichzelven en zijne vrienden moê geredeneerd had.

In den letterkundigen kring betoonde men zich onverschillig, behalve Panajeff, die zóó in verrukking kwam over Kinderjaren, dat hij een' van zijne vrienden er iederen avond een paar bladzijden uit voorlas.

Bartja dankte zijn milden broeder met ongeveinsde hartelijkheid; Cambyzes echter hernam zijn koele stugheid, riep hem eenige woorden tot afscheid toe, en wendde zich van hem af, om het spoor van een wilden ezel te volgen. Op den terugtocht noodigde de jonge held zijne vertrouwdste vrienden Cresus, Darius, Zopyrus en Gyges uit, met hem een beker tot afscheid te drinken.

En nu geen woord meer van Keetje, totdat we haar zien." De twee vrienden kwamen te Oosterhout, en zagen Keetje. Zij traden de herberg binnen en vonden haar bij het venster bezig met eenig naaiwerk.

Tot hij plotseling, schoklachend, het blad geheel ontvouwde en hun liet zien wat onderaan stond: Willem I, Koning van Pruisen. Watte! Peetje Pruis! Es dat 't portret van Peetje Pruis? gilden de vrienden. O, moar, menier Fruytier, 't gelijkt op ou lijk twie dreupels woater! Scheirt ouën board op ouë kinne wig en iederien zal mienen dat ge Peetje Pruis zijt!"

In zijne verdenking versterkt door Melot's aanwijzingen begaf Meriadoc zich met eenigen zijner vrienden naar den vorst en eischte op hoogen toon, dat de koning, ter wille van zijn goeden naam en dien van het gansche rijk, Tristan van het hof zou verbannen. Aanvankelijk weigerde Mark om aan hun verzoek te voldoen, maar ten slotte moest hij wel toegeven.

Uilenspiegel en Joost Lansaem gingen in eenen hoek zitten en, onder 't drinken, kwamen zij overeen, zonder gehoord te worden, dat Joost bij den parochiepaap zou gaan, die kwaad was op Spelle, den moordenaar van zoovele onschuldige slachtofferen. Daarna zou hij de vrienden gaan vinden.

Aan de andere zijde was Erasmus een man van groote bedeesdheid, uiterst schuchter en verlegen, het liefst rustig tusschen zijne boeken, de pen in de hand, of in een vertrouwelijk en onderhoudend gesprek met enkele goede vrienden.