Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 mei 2025


Toen het gezin als een maatschappelijke instelling zijn toppunt van ontwikkeling bereikt had, nam het huwelijk als zoodanig een zeer laag standpunt in; in dien tijd was het huwelijk feitelijk nog maar gedeeltelijk aan de vroegere vrije verhouding van den primitieven wilde ontgroeid.

Sommigen hunner waren zonen van edellieden of van aanzienlijke burgers, afkomstig uit kringen, aan de puriteinsche zeden ganschelijk ontgroeid. Zij waren vrij van manieren en als zij gedronken hadden, luidruchtig en twistziek, zij traden dan wel uitdagend tegen de gewone burgers op.

Dit drama behoorde tot de Sturm-en-Drangsfeer, die hij was ontgroeid; die hij haatte sinds hij een hoogere richting had ingeslagen, en voor dat betere vruchteloos huldiging zocht bij een publiek, dat zich gaarne hield bij het wapengekletter en wat dies meer zij.

Hier hebben we dus de omtrekken van de gedachtenwereld waarin het boek ontstaan is, een gedachten wereld van een schoolmeisje, nog niet ontgroeid uit haar vorige omgeving, en zich "af" voelend meenend niets meer te leeren te hebben van de ouderen die haar voorgingen en die zoo weinig "interessant" waren.

Maar met zijn optreden gingen allerlei romantische gedachten gepaard; nu, ook in de dagen van Rodenbach was men 't romantisme nog niet geheel ontgroeid, en dat is maar natuurlijk ook. Bedenk eens: de leerlingen van het seminarie te Roesselaere, waar hij zijn opleiding ontving, mochten onder elkander, en zelfs in de speeluren, geen Vlaamsch spreken.

Ons echter, die dergelijke toestanden ontgroeid zijn, treft bovenal het gekunstelde van zulke verhoudingen en daarom kan ons Chrétien's gedicht, waarin deze gevoelens op de spits worden gedreven, niet werkelijk ontroeren.

Neen, maar liefde èn plicht in een eenheid vereenigd, de gloed en de teerheid, de verrukking en dronkenheid der liefde allengs verkeerend voor denzelfde en voor dezelfde, in kalmere meer bezonkene genegenheid, in diepe vertrouwdheid en rustiger waardeering. Dit, en dit alleen erkennen wij als het ideaal. Zoo spreken en zoo willen wij, ontgroeid aan de "oplossing" der "Nouvelle Héloïse."

Wat zou arm moesje bedroefd zijn, als ze wist, hoe ze in 'n jaar haar al was ontgroeid! Hoe zou ze zelf in zoo'n verandering hebben kunnen gelooven, zij, die negen maanden geleden snikkend uit het ouderlijk huis naar den vreemde trok? Alle leven was haar vlak en onbelangrijk geworden, vergeleken bij het hevig-genietende, diep-rampzalige, altijd-in-uitersten-zich-bewegende om haar heen.

Zijn naaste vrienden herkenden hem niet, toen hij in Weimar terug weer naar Italië verlangde en zich met moeite schikte in de bekrompenheid van het duistere provincie-stadje dat hij was ontgroeid. Niemand had hem meer iets te geven. Geen vertrouweling hielp hem zijn gemoed verkennen.

Het was geen gebrek aan liefde, dat kinderen, zoo zij hunne ouders ontgroeid waren, die ouders niet meer konden voldoen, en het was ook geen gebrek aan liefde, dat die ouders hunne kinderen niet meer begrepen; het was slechts een wreede noodlottige wet, die hen noodzakelijk scheidde, die de teedere banden hunner liefde langzamerhand wel niet verbrak, maar ontwond, ontwond, tot zij los waren.... Zij had dit begrepen, toen Lili tegen haar geboudeerd had, omdat zij Georges lief kreeg; zij begreep dit ook nu, dat zij in Marie iets ried, waarvan zij nog niets verstond dan dat het later, ook tengevolge dier wreede wet, eene verkoeling, eene scheiding kon teweegbrengen, en zij zou het weldra begrijpen voor de derde maal, wanneer Jan eenige jaren ouder was geworden.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek