United States or Malta ? Vote for the TOP Country of the Week !


En Van Langendonck, de rijpste geest onder ons, wist wel duidelijk te zeggen waarom wij Rodenbach stelden boven De Mont. Wij voor ons voelden bij Rodenbach meer een menschelijk gevoel dat zich in verzen uitdrukt ... bij de Mont was 't ons te veel rijm en rythme ... wij voelden niet veel vertrouwen in de sentimenten die hij wilde uitdrukken.

Dankbaar zeer zeker zijn wij de hedendaagsche dichters in den volkstoon: Heve, Dautzenberg, René de Clerq, Rodenbach; dankbaar aan degenen, die werkten tot herleving, althans der waardeering van wereldlijk of geestelijk lied: Hofmann V. Fallersleben, Van Duyse, Bols, Kalff, Knuttel, Coers, Roes, en aan de vele andere wakkere voormannen, die door woord en aktie, ik denk aan het volksorgel den gezonden volkszang trachten te bevorderen.

En de eerste kleine manifestatie van den nieuwen geest was een tijdschriftje, getiteld "Jong Vlaanderen". Een titel die wij hadden overgenomen van het vroegere tijdschrift van Rodenbach. Het scheen ons toe, dat wij het werk van dien man moesten hernemen in ons bladje ... op boterpapier gedrukt ... met ... met nagelkoppen. Een ellendig dingetje ... slap ... onaanzienlijk.

Daarbij kwam ook nog wel iets anders: Pol de Mont voelde zich altijd zoo'n beetje het hoofd van de renaissance in de Vlaamsche literatuur ... enne ... hoe zal ik zeggen? altijd gereed om een speech af te steken of een toost te slaan. En wij hielden daar niet van. We waren heel jonk, maar ook ernst hadden we genoeg.... Maar Rodenbach bleef onze man.

"Wat den literairen smaak betreft, waren er, voor ons, al dichters opgestaan, die de techniek van het vers louterden. Voorloopers dus. Laat ik allereerst noemen den ouden Gezelle ... we kenden hier de verzen van vóór zijn dertigste jaar ... en dan: Rodenbach.

En als wij Rodenbach zoo vaak als voorlooper hebben erkend, als een soort Jacques Perk, al geleek hij daar in vele opzichten niet op, dan komt dat doordien wij denzelfden drang voelden als hij, de revolutionnaire kracht, die zich bij hem niet heelemaal heeft kunnen uitleven, want hij is te vroeg gestorven. Wij voelden ons één met heel de houding van zijn geest, ook in wijsgeerige vraagstukken.

Rodenbach sprak o.a. in zijn opstellen duidelijk uit, dat de beweging moest trachten naar grootmaking en vermooiïng van Vlaanderen in elk opzicht: niet alleen een strijd voor de taal zelf, maar voor alles dat 't land menschelijk-beter zou kunnen maken.

Maar met zijn optreden gingen allerlei romantische gedachten gepaard; nu, ook in de dagen van Rodenbach was men 't romantisme nog niet geheel ontgroeid, en dat is maar natuurlijk ook. Bedenk eens: de leerlingen van het seminarie te Roesselaere, waar hij zijn opleiding ontving, mochten onder elkander, en zelfs in de speeluren, geen Vlaamsch spreken.

Nu vraagt u mij, onze denkbeelden te omschrijven, maar dat kan ik niet. Ze stonden niet zoo heel vast. We wilden eenvoudig "nieuw leven" brengen, anders kan ik mij niet uitdrukken. We dweepten met Rodenbach en Pol de Mont en met Hélène Swarth die toen nog te Mechelen woonde. Van Holland wisten we weinig. Zooals van zelf spreekt, Multatuli met zijn opruiende geschriften trok ons aan.

Den dichter dien wij erkenden als onzen voorman was Rodenbach, en later, na zijn herleving, voelden wij ook de leiderschap van Guido Gezelle, onder wiens invloed vooral Streuvels staat. Van die twee ging de eerste stoot uit.