United States or Tonga ? Vote for the TOP Country of the Week !


Er bestond nog één Alagona, dat was haar broeder. Hij woonde ook in Diamante. Maar Gaetano wist zeker niet waar Diamante lag? De knaap schudde met het hoofd. Neen dat kon ze wel denken, ze lachte. "Diamante ligt op den Monte Chiaro. Weet je waar de Monte Chiaro ligt?" "Neen." Zij trok haar wenkbrauwen op en zag er heel schalks uit.

Dat meisje was Paschenka, die later bij ons woonde en al een groot meisje was toen zij in mijn' gedachtenkring trad. Ik weet niet wanneer men het haar vertelde, maar toen ik haar leerde kennen, wist zij al dat zij geen dochter van mijne tante was.

Die arbeider woonde op een klein dorpje, en daar lag vóór de huizen en tusschen de huizen aan den weg wel eens een stukje grond met gras begroeid. Daar mocht de koe van eten. Dan melkte de arbeider de koe wel vier keer op een' dag en andere koeien worden toch maar twee keer gemolken. Daar werd de koe ook niet vetter van.

De nauwe straat met de hooge huizen, waarin hij woonde, was echter ook zoo gebouwd, dat de zon er van den ochtend tot den avond in moest schijnen; het was werkelijk onverdraaglijk.

Teraiu zelf sloeg een gat in het ijs, om water te halen, en wij kozen uit de verlaten hutten die, welke ons het zindelijkst leek, en namen er voor den nacht bezit van. Op den dag na onze terugkomst bouwde Teraiu zich een hut aan den wal en woonde er tot achter in de maand Maart.

Baron Frits woonde daar altijd; ik weet ook wel waarom; hij kon van daar het venster zijner liefste zien ik maakte dan vuur aan, haalde hem een flesch madera en hielp hem van kleederen verwisselen.

Allemaal visschers woonden op onze rij en naast ons woonde Arie van Dobben en Elsje, die nog met ons hadden schoolgegaan. En die hadden zoo'n klein meiske Marijtje, jonger dan onze jongen en die twee speelden altijd samen. Zoo lief, 't was een aardigheid. Het was ook in 't voorjaar en bar weer; al een paar dagen en nachten. Een storm! Die zee ging te keer.

Hoe laat het ook door het onverwachte oponthoud was geworden, toch ging hij zijnen zieken vader nog bezoeken, die wel twee uren verder woonde. Tot zijn innige vreugde vond hij den beminden man oneindig beter, en zelfs buiten alle gevaar.

Het was als een tooverwerk; maar wie woonde daar? Waar was de eigenlijke ingang? Want aan den straatkant en in het steegje had men in het geheele benedenhuis raam aan raam, en daar konden de menschen toch niet altijd doorheen klimmen.

De familie Bers was dus weer naar haar buitengoed teruggekeerd, en Tolstoi was hen gevolgd. Hij woonde in Moskou, zij op hun buiten, waar zij reeds twintig jaren lang iederen zomer gingen doorbrengen.