United States or Northern Mariana Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Sybil vloog op haar toe, sloeg de armen om haar heen, en kuste haar. Vergeef mij, moeder. Ik weet, dat het u verdriet doet over onzen vader te spreken. Maar dat is ook alleen omdat u zooveel van hem hield. Kijk nu niet zoo treurig. Ik ben vandaag zoo gelukkig als u twintig jaar geleden was. O, laat me altijd zoo gelukkig zijn!

Ik heb van de vreemdelingen gehoord, dat zij bij de ontscheping voor de groote moeilijkheid stonden geen vijf en twintig Hollandsche guldens te bezitten en dat de ambtenaar, belast met de inning dier gelden, geen vreemd geld in ontvangst nam.

Eindelijk waren we buiten het bosch en niet ver van den top van den pas, toen op eens een sneeuwmuur van een meter hoog zich voor ons verhief. De groote Mercédes nam een aanloop, maar zat al gauw in de sneeuw vast. Wat te doen? Wij waren maar twintig kilometer van Yalta en toch moesten we omkeeren, niettegenstaande den erbarmelijken weg achter ons.

Na den top van een vrij hoogen berg bereikt te hebben, zie ik Paraiso eenigszins lager in een kom liggen, het zijn een paar treurige hutten, misschien twintig in het geheel, en.... men moet wel geweldig optimist zijn om dit lugubere gehucht "het Paradijs" te noemen!

Maar melieve bedenk dat Marianne Roestink pas vijf en twintig jaar is, en eene freule van afkomst." »'t Is waar, ik ben geene freule, maar ik heb de middelen om mij op te schikken zoo goed als zij, ruim zoo goed mogelijk! Toen ik de bruid werd was ik ook maar even in de twintig, en toch, wat heb ik gedaan?

Saoud-ben-Seïd en twintig andere jonge Arabieren sloegen, aan het hoofd van vijfhonderd man, het beleg voor deze laatste plaats, waar zij meenden dat Mirambo zich ophield. Reeds des morgens vroeg was ik naar Ben-Selim gegaan, om hem onder het oog te brengen, dat hij het hooge gras en de struiken in brand moest steken, waarin de vijand zich zoo gemakkelijk kon verschuilen.

Heel zaggies kuijerde ik nao de Heerepoorte op. In gien twintig jaor was ik in Grönningen west. In Decembermaond von Anno 1837 ree ik der hen met Mannus Geugel, die lest an een kronkel in de darm estörven is, ieder met een vet zwien, somma sommarum met ons vieren. Um drie uur ree we oet en 's aovends kwammen we te Grönningen. Onder weg haw we 28 zeupies drunken.

Een en twintig voet lang, zes voet breed, mocht zij volkomen geschikt zijn voor den dienst der Bounty, doch om zulk een talrijke equipage te bevatten, om zulk een lange reis te maken, was het moeielijk een ellendiger vaartuig te vinden.

Ik had liever dacici dan Daciërs, dominus, weet dat wel, grappigde Autronius; die Daciërs zijn alleen maar sterk, maar stèrk zijn ze en jong.... Nou, die eene meid.... Nog geen twintig jaar, dominus, dat verzeker ik je: een flinke deerne; wil je haar niet?? Voor tweehonderd-vijf-en-twintig sestertiën? Uitroeper, roep eens mijn Daciërs uit....

Toen ik eindelijk op een gepasten afstand was gekomen, op twintig passen ongeveer, knielde ik, om van mijn schot zeker te zijn, bracht de kolf van het geweer aan den schouder, deed het rechteroog flink open, sloot het linker, en zorgvuldig door den inkeep van het viziertoestel langs den bovenrand van den vizierkorrel naar het wild mikkende, drukte ik op den trekker en gaf vuur.