United States or Kosovo ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik heb nooit iemand gekend of van iemand gehoord, die straffeloos Peleg Oswald geslagen of beleedigd had. Hij was van Kentucky of van Ohio afkomstig, een gewezen squatter, doch had eens twee man met zijn geweer doodgeschoten, omdat zij geweigerd hadden een stuk grond met hem te ruilen. Van een derden had hij eens een oog uitgeslagen om een zeer onbeduidend verschil van meening.

Hoe zalig, als de jongenskiel Nog om de schouders glijdt! Dan is het hemel in de ziel, En alles even blijd. Een hout geweer, een blikken zwaard Verrukken 's knapen borst, Een hoepel en een hobbelpaard, Dat draagt hem als een vorst. Voor u de geur van 't rozenbed En Filomele's zang! Hij speelt kastie, dat 's andre pret! Met rozen op de wang.

De sergeant waagde zich met zachten tred buiten den wachtpost. Eensklaps bevond zich Gavroche, juist toen hij met zijn kar den hoek der straat Vieilles-Haudriettes om kwam hollen, tegenover een uniform, een schako, een pluim en een geweer. Ten tweeden male bleef hij stilstaan. "Ha!" zeide hij, "is het dat? Goedendag, openbare orde."

Hebt gij nooit gehoord welk wapen ik heb?" "Ze zeggen dat gij een geweer hebt, waarmee gij kunt schieten in het oneindige zonder dat gij ooit behoeft te laden; maar daar geloof ik niets van; want dat is een onmogelijkheid." "Wil ik u dat eens laten zien?"

Doch onderweg herinnerde hij zich, dat hij zijn bijl daaraan vastgebonden had, zoodat hij het vuurwapen toch niet terstond zou kunnen gebruiken. Hij bleef dus bij de twee Indianen, die hij voorbij moest, staan, en rukte den "ouden beer" diens vuurroer uit de hand. "Ik zelf schieten!" zei deze, tegelijk de hand uitstekende om zijn geweer terug te grijpen.

"Hebt ge een geweer gezien, dat op u was aangelegd?" "Ja, en een hand, die er zich tegen hield." "'t Was de mijne." Marius rilde. "Welke dwaasheid. Arm meisje! Maar des te beter; wanneer 't zoo is, zal 't geen gevaar hebben; laat mij u op een bed dragen! Men zal u verbinden; men sterft niet van een doorschoten hand."

En alle vier wierpen hun geweer op den schouder en liepen snel op den vreemdeling toe. Toen deze hen zag naderen gaf hij in 't eerst teekenen van de grootste verbazing. Ongetwijfeld verwachtte hij geen vreemdelingen op dit gedeelte van de kust te ontmoeten.

Dutulu, die achter hem was, vloog toe, om de spies uit de wonde te trekken; Cane, door pijn verblind, herkende zijn bondgenoot niet, en denkende dat het een vijand was, loste hij zijn geweer, over zijn schouder, en schoot het hoofd van Dutulu te pletter, op hetzelfde ogenblik dat diens hand de assagaai aanraakte.

Daar is ie, zeide hij. Die zat nu in uw hoofd, Sihdi, wanneer ik niet bij tijds het op u gerichte geweer had gezien. Ja, u heb ik mijn leven te danken. Daar ben ik trotsch op. Wij hebben u zooveel te danken, ik vooral, want mijn dochter hebt gij verlost uit de macht van dezen Abrahim Mamur. Nu heb ik u toch ook een kleinen dienst kunnen bewijzen! Klein kan ik dezen dienst niet noemen.

Hij legde aan een kleine vuurstraal glipte uit den loop van het geweer een korte, scherpe knal de roofvogel spreidde de zware vleugels uit, tuimelde rond en viel dood tegen den grond. »Die zal mijn duiven geen kwaad meer doen," zeide de Voortrekker kalmpjes.