United States or Tajikistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


De dag die achter ons lag was zóó rijk aan gebeurtenissen geweest, dat wij moeilijk tot rust konden komen. Nog geruimen tijd praatte ik met Halef en deelde hem mede wat ik van den Kasa Mufti omtrent de Aladschy's had vernomen. Ook vertelde ik hem dat de bijgeloovige man zich had laten wijs maken, dat hij niet door kogels was te dooden. Sihdi! merkte hij op, dat kan gevaarlijk voor mij worden.

Ik wenkte den Hadschi, wees hem den bode en zeide: Verlies hem niet uit het oog, en wanneer hij weggaat volg hem dan om te weten waarheen hij zich begeeft! Waarom, Sihdi? Omdat ik hem verdenk door de Aladschy's belast te zijn om ons gade te slaan. Daarom bekeekt gij hem zoo aandachtig. Ik merkte dadelijk dat gij hem niet vertrouwdet. Maar wat kan hij ons voor kwaad doen?

Sihdi bekende Halef, uw plan verzoent mij met uw goedmoedigheid van daar straks. Het is toch een prettig iets, te weten dat die schurken den ganschen nacht, op dat terras moeten blijven staan. Zitten kunnen zij niet, daar het van alle kanten kan inregenen. Toch wel, viel Janik in. Er is een gat in den bermmuur. Kunnen we dat niet dicht maken? Heel gemakkelijk. Prachtig!

Vaarwel en doe geen dwaasheden! Sihdi, krenk mij niet met dergelijke vermaningen. Ik ben een man, een held, en weet wat ik te doen heb. Hij wierp den pot, dien wij nu niet meer noodig hadden, tusschen de struiken, hing mijn hooge laarzen over zijn schouder en ging naar de stad terug. Ik echter reed naar het Noordwesten, een gevaarvolle en misschien noodlottige samenkomst tegemoet.

Wat zouden die twee moeten beginnen zonder uw kleinen dapperen Hadschi Halef Omar? Niets totaal niets! Overigens heb ik ook nog voor Rih te zorgen! Gij vertrouwt mij zeer veel toe, Sihdi! Maak u dat vertrouwen waardig. Weet gij nog alles, wat wij hebben afgesproken? Alles. Mijn geheugen is als de muil van een leeuw, die alles vasthoudt wat eenmaal daar binnen is. Dan zullen wij nu afscheid nemen.

Hij kwam met de anderen beneden en lachte zeggende: Sihdi, ze zijn prachtig in de val geloopen, en niet een durft een woord te zeggen. Ik meende, dat ik ze hoorde klappertanden. Nu zouden wij gerust kunnen gaan slapen, want niemand zou ons kunnen storen. Ja, gaat rustig slapen, zeide Janik, want gij moet moede zijn van het rijden. Ik heb nog de minste behoefte aan slaap.

En gij zult Rih berijden tot Radowitsch, als belooning dat gij hem zoo prachtig gereden hebt! Hebt gij mij dan gezien? Zeer goed zelfs! Gij zijt dicht langs ons heen gereden! En zat ik goed in den zadel? Prachtig, nog beter dan ik! Neen Sihdi, dat is spotternij! Gij moogt mij niet voor den gek houden! Nu dan zal ik alleen maar zeggen, dat ik u met groot genoegen heb gadegeslagen.

Na een poos kwamen de vier mannen terug, en Halef berichtte: Sihdi, ze zijn boven. De laatste is nu al halverwege. Zij zijn met hun zevenen. Er waren negen personen in de koornschelf bijeen. De Miridiet is weg. Mubarek zal terug gebleven zijn, omdat hij gewond is. Dat klopt. Nu zullen wij terstond de ladder wegnemen en de spuit halen. Slaat dekens om, anders wordt gij tot op uw hemd toe nat.

O, Allah! zeide Halef spottend. Wat zal ons gebeuren, Sihdi! Ik sidder van angst. Ik ook! Zal ik die domme menschen, die zich verbeelden dat zij ons met hun sabels vrees kunnen aanjagen, eens kennis laten maken met mijn zweep? Geen dwaasheden! Gij hebt vandaag reeds eenmaal ondoordacht gehandeld en zijt daardoor grootendeels schuld dat wij ons hier bevinden.

De kunstenaar, van wien dit prachtstuk afkomstig was, moet van een eenigszins stekeligen aard geweest zijn. Welnu, Halef, wat zegt ge van onzen Rih? vroeg ik. De Hadschi haalde diep adem en antwoordde met schitterende oogen, buiten zichzelf van opgewondenheid: Wat zal ik zeggen, Sihdi! Gij hebt hem het geheim-woord ingefluisterd. Juist geraden. Dat dacht ik wel.