United States or Puerto Rico ? Vote for the TOP Country of the Week !


Helmond heeft geen berouw van 'tgeen hij voor zijn vrouwtje deed; neen, straks nog heeft hij het levendig gevoeld: 't was goed, en alles zou best terecht komen.

LUCETTA. Ja goed, mejonkvrouw, zeg maar, wat gij ziet; Maar ik zie ook, al denkt ge, dat ik dommel. JULIA. Kom, vlug wat! wilt gij gaan? Aldaar. Een vertrek in Antonio's huis. Antonio en Panthino komen op. ANTONIO. Panthino, zeg mij, welk een diep gesprek Hadt gij daar straks in 't klooster met mijn broeder? PANTHINO. Hij sprak van Proteus, van zijn neef, uw zoon. ANTONIO. En wat?

Eens, toen zij deels weer in mijmering verloren een boek doorbladerde dat zij vroeger, nog in Kaçmir vertoevend, met haar verloofde gelezen had, kwam de trouwe Nipoenika haar storen en naderde haar met bedrukt en onheilspellend gelaat, haastig eerst, maar straks weer weifelend, als aarzelde zij of ze spreken of zwijgen moest. Welnu? vroeg Iravati, wat komt gij mij melden?

Niet alle vonken van 't gevoel verdoofden: Hij vindt een plaats in schaûw des rieten daks; De onbandige overwinnaars gunnen straks Hem, meerbeschaafde, een zetel bij hun Hoofden.

Hoe! is dan de vrouw, die daar zonder spreken als een donkere massa nevens hem voortgaat, en van wie het hem goeddeed dat zij straks den noode aangeboden arm versmaadde, is zij dezelfde, wier eerste kus hem voor luttele maanden de grootste zaligheid schonk, wier hemelsche oogen hem spraken van een eeuwigdurende liefde; wier mondje hem zoo dikwijls de zoetste woordjes had toegefluisterd en zoo plechtig verzekerd: dat het eenig geluk zou wezen, met en voor hem te leven!

Heeft hij 't verstaan, heeft hij 't begrepen dat men hém, "den ellendig zwakken, den verder voor dit leven onmogelijken mensch" zooals hij straks zich zelf had genoemd nog den schoonsten en hoogsten titel als man der wetenschap heeft waardig gekeurd? Sinds de generaal en Jacoba waren binnengekomen, heeft Eva zich met alle kracht beheerscht.

Nooit. Men voelt wel, waarom ik mijn vroegeren meester zijn slaan niet vergeven kon. Dat was heel iets anders. Die maakte van zijn slaan een gewoonte, een voldoening, een nijdig genot. Vader sloeg uit drift. Je zag, dat hij er zelf geen plezier in had. Hij sloeg, omdat die bengels hem het bloed uit de teenen haalden. En straks was hij weer aardig tegen je en goed en hartelijk.

De trompetten schetterden onafgebroken en het krijgsgeschreeuw klonk nog geweldiger dan straks; het was niet meer de eene man, die het aanhief zoodra de andere het geuit had; allen deden het hooren tegelijkertijd en zonder ophouden.

Toen Frits de oogen opendeed ja, 't ging hem weer net als straks: hij wist eerst niet recht, wat hij zag. Hij wist alleen: 't was iets heel heerlijks en heel moois. Hij was nog in 't bosch, op eene groote, open plek in 't bosch; maar waren dat wel boomen, die er omheen stonden? Ja, hij zag de stammen, de takken, de bladeren.

Men hoorde geen schertsen of lachen en niemand vermaakte de omstanders met zijne spotternijen over de stuiptrekkingen van hen, die straks hun laatsten strijd zouden strijden.