United States or Faroe Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dat verlangen van mij naar ernst in een liefdesverhouding, die behoefte aan hulp, die wil om op te zien, naar de vrouw, van wie ik houd, dat alles, wat beter in me is, dan 't lage, alledaagsche van m'n natuur, dat alles heb jij in me opgewekt, Clara. Ik? Ja.... Ben jij dan de "Eva", de schrijfster van de brieven niet?

Doch ik zal mij die schuld nu maar laten aanleunen: een schreefje meer op mijn kerfstok is zoo erg niet, terwijl Francis al te ongelukkig zou zijn, als ik haar te kennen gaf, welk vermoeden ik heb gevat." "Hebt gij werkelijk een vermoeden?" "Ja, er is mij een licht opgegaan. Hebt gij nog wat geduld om naar mij te luisteren?

Er zijn zeker menschen genoeg die er om lachen zouden indien ze 't wisten.... Ja, ja, die zijn er zeker. Half in gedachten schenkt Helmond zich een tweede glas in, en ledigt het, strak voor zich heen ziende, in één teug.

Ik ondersteunde den heer proost zooveel ik kon, ja, droeg hem, om zoo te zeggen, gedurende de twee laatste uren, want zijne voeten waren gewond en bloedend.... Toen de eerste dagschemering zich aan den hemel begon te vertoonen, verlieten wij de baan omtrent Roozebeke, en traden op eene hofstede waar een goed vriend van mij woont.

"Ja zeker," antwoordde Izaäk; "de Heidenen schilderen dezen Lucas Beaumanoir af, als een vurigen ijveraar voor ieder punt van de Nazareensche wet; en onze broeders noemen hem een wreeden vernieler der Saracenen, en een hardvochtigen dwingeland voor de kinderen Israëls." "En zoo noemen zij hem met recht," hernam Nathan de geneesheer.

Op een dag dat Katelijne bij heure zinnen was en oliekoeken at, wel begoten met dobbele kuite, in gezelschap van Klaas, van Soetkin en Nele, sprak Klaas: 't Is heden de troonafstand van Zijne Heilige Majesteit keizer Karel. Zeg, Nele, liefste, zoudt gij tot Brussel, in Brabant, kunnen zien? Ja, zoo Katelijne wil, antwoordde Nele.

Als gij daar bidt en weent, Dan zullen ze u nabij zijn met den troost Des Heeren. O, blijft wandlen aan Zijn hand: Hij weet den waren weg naar 't Vaderland. Dat hebben we ondervonden, dierbaar kroost! Dáar brengt Hij, na de korte scheidenspijn, Ons eeuwig saam! Ja, Amen! Zoo zal 't zijn. Hebt gij die andre klanken daar gehoord?

O, geen zeker voetpad, geen vaste grond, geen veilig vaartuig, zoover het oog reikt! Slechts een onbekende hemel over zee van smart. Stil! Eindelijk, eindelijk! Lichte schreden klinken in de vestibule. "Is u 't moeder?" vroeg Marianne. "Ja, mijn kind." "Mag ik nu binnen komen?" "Vader wil je niet binnen laten." "Ik ben van Ekeby hierheen geloopen met mijn dunne schoenen door de sneeuw.

DINA. Ik kan wel werken; ik ben gezond en sterk, en tante Martha heeft mij van alles geleerd. JOHAN. Maar, wat drommel, ga dan met ons mee! DINA. Och, nu maakt u maar gekheid; dat heeft u tegen Olaf ook gezegd. Maar wat ik eigenlijk wilde weten is, of de menschen daarginder erg ... erg braaf zijn? JOHAN. Braaf? DINA. Ja, ik bedoel of ze ook zoo fatsoenlijk en in den vorm zijn, als hier?

Ja, begon hij, als ik sinds het uur, dat ik in deze hel ben, ook maar een enkel woord van deelneming, van goeden raad of van vriendschap gehoord had, een woord van menschelijkheid, gelijk ik van u hoor misschien kon ik dan rustig alles verdragen, misschien kon ik het dan dragen en zelfs gemeen soldaat zijn maar nu is het vreeselijk..... Wanneer ik mijn gezond verstand gebruik, wensch ik den dood; waarom zou ik dit smadelijke leven en mijzelf liefhebben, nu ik toch voor al het goede in de wereld verloren ben? en bij het geringste gevaar onwillekeurig weer begin dit gemeene leven te vergoden en te sparen als iets kostbaars?