United States or São Tomé and Príncipe ? Vote for the TOP Country of the Week !


»En tenzij die schoften zich door het moeras baan breken...." »Dat kunnen zij niet." »Welnu, dan is het niet mogelijk, dat zij ons ontsnappen...." »Als dat maar niet reeds geschied is?" »Te drommel, neen, dat is onmogelijk!" »Waarom niet?" »Wel, omdat zij tot laat op de plantage zullen gebleven zijn." »Dat kan wel."

Dus was deze voor eeuwig verloren! Maar waarom zou zij schreien? Hoe vreemd dat zij schreide. Deze gedachten doorkruisten Hucks brein en onder de vermoeienis van het peinzen viel hij in slaap. Toen zeide de weduwe tot zich zelve: "Daar slaapt hij, de arme drommel. Tom Sawyer hem vinden! Gave God, dat iemand Tom Sawyer vond!

De raadsheer sloeg nu zijdelings af, tusschen het struikgewas, en toen hij zoo'n klein, half verborgen pad langs ging, wie kwam daar aan? De oude molenaar Voss met zijn' mantelzak onder den arm. "Goeden morgen, raadsheer!" "Daar speelt de drommel meê!" zegt de raadsheer Herse. "Molenaar Voss, ziet gij 't niet? Ik wil immers niet bekend wezen." "Wel, dat begeer ik ook niet," zegt de molenaar.

"Plaagt je de drommel?" vroeg mijn oom. Ieder rechtschapen man moet af en toe een goeden gekken streek en een goeden kwinkslag maken; maar hij mag ze zelf niet weder vertellen, want dan verliezen ze alle beide hunne kracht. Ge leeft immers te zamen gelukkig; wees daarmeê tevreden."

Immers heb ik zelf zijn bloed over den vloer zien stroomen en het afgehouwen hoofd, dat wel de dikte van een wijnzak had, in een hoek zien liggen." "De drommel hale me, als ik het niet al begrijp!" riep nu op eens de waard.

De arme drommel bemerkte later eerst, dat de slimme herbergier zijn knapzak in beslag gehouden en daardoor de kosten van het gelag dubbel en dwars betaald gekregen had. Toen Sancho Panza tot zijn heer terugkeerde, was hij zoo mat en krachteloos, dat hij zijn grauwtje maar met moeite vooruit kon krijgen.

Zou je niet ... je weet wel ... Madame Geoffrin? Nog wat vertellen, in plaats van gebak? Wat drommel, ik ben heesch. De beurt is aan Verbrugge. Ja, m'nheer Verbrugge! Lost u Max wat af, verzocht mevrouw Havelaar. Verbrugge bedacht zich even, en begon: Er was eens een man, die een kalkoen stal ... O, deugniet, riep Havelaar, dat heb je van Padang! En hoe is 't verder? 't Is uit.

De bedelaar zag op en zeide met jammerlijke stem: "Ik dank u, mijn goede heer." 't Was wel de oude bedelaar. Jean Valjean voelde zich volkomen gerustgesteld. Hij glimlachte. "Hoe drommel, heb ik dáár Javert kunnen zien? dacht hij. Zouden mij mijn oogen beginnen te foppen?" Hij dacht er niet verder over.

Is daar iemand?" riep hij, zonder van zijn stoel op te staan. Er volgde geen antwoord. "Ik denk, dat het een vogeltje is, vrouw, of een takje van een boom. Ik krijg ten minste geen antwoord." De veldwachter schreef verder, en zijne vrouw stak haar arm weer in de kous, om met stoppen voort te gaan. "Rikketik, rikketik!" "Wel, wat drommel, daar heb je het weer! Wie is daar?" Geen antwoord volgde.

geheel de uwe J." "Wat drommel!" riep Reede, na gelezen te hebben, "dat briefje luidt aan Ulrica. Wat hebben wij daarmede noodig?" "Is dat de toon van een schelm?" vroeg Bouke. "Ik weet niet," zeide de Baron: "doch wat doet hij aan Ulrica te schrijven?" "Wel kijk! heeft hij niet honderdmalen aan de Freule geschreven? Is dat zijn eenigste kwaad?