United States or Western Sahara ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zijt gij hier vreemd? herhaalde hij luider. Ja, antwoordde ik nu. Slaapt gij hier? Dat weet ik nog niet! Waar komt gij vandaan? Uit Stamboel! O, uit de hoofdstad, het afschijnsel van alle heerlijkheden der aarde! Gij zijt wel een gelukkig mensch, zoo in de nabijheid van den Padischa te wonen. Zijn nabijheid maakte alleen goede menschen gelukkig. Meent gij dat daarginds veel slechte menschen zijn?

Een gerucht ontstond aan de deur, hij sloeg de oogen op. Marius trad binnen met opgericht hoofd, glimlachenden mond, met een onbeschrijfelijken glans op het gelaat, en zegevierenden blik. Ook hij had niet geslapen. "Gij hier, vader!" riep hij, Jean Valjean ziende; "die domme Basque zag zoo geheimzinnig! Maar ge komt te vroeg. 't Is eerst half een. Cosette slaapt nog."

"Wat is het? Vergift?" vraagt de schilder. "Het vergift van de Borgia's?" "Neen, het vergift van de Antillen. Dit is het sap van den manzanillaboom, toebereid door de Indianen van de Caraïben, volgens een geheim proces. Gij kent de vreemde eigenschappen van den boom; wie maar een enkelen nacht onder zijn takken slaapt, bekoopt het met den dood.

De stad slaapt nog en de kaaien zijn ledig: enkele pandoeren, geheel met zilver en blinkende muntstukken bedekt, de roode muts met gouden pailletten op het hoofd, zitten op den oever, hun kersenhouten pijp rookende, en naar ons vaartuig ziende.

De in eenige legenden vervatte overlevering, die het meest tot zijn landgenooten heeft gesproken en hun dichterlijke verbeelding bijzonder heeft getroffen, is deze, dat hij nooit stierf. Velen gelooven nog, dat hij zich terugtrok in een hol bij zijn kasteel te Prilip, dat nog bestaat, om daar te rusten en dat hij daar nu slaapt.

Ik weet niet wanneer hij rust. Hij lijkt nooit te rusten. Maar hij rust. Een menschelijk lichaam is zoo gemaakt, dat het niet vier-en-twintig uur uit, vier-en-twintig uur in kan werken door den dwang der maag. Dus rust ook de man in het pothuis, slaapt, droomt en zit dan weer op naast zijn bordje "Laarzenmakerij". W

Oom Karel glimlachte. "Er is bij ons in huis een levend popje een kindje gekomen." "Een echt?" Hans schoot van de knie af. "Ja, een echt." "O, oom, hoe leuk, hoe aardig!" Even was er doodsche stilte. "Maar, maar, wat doet ze, kan ze al praten?" zei Bob, die 't eerst van zijn verbazing bekomen was. "Eet ze al?" vroeg Hans. "Hoe groot is ze? Heeft ze al haar? Slaapt ze? Kan ze al lachen?

Als toen 't blauwend wolkgevaart D' eerstlingknop deed geuren.... O, mijn neêrgebogen hart, Zeg, nu alles levend werd, Zult gij langer treuren? Al te lang suste u de Min Met haar kranke droomen in, In gewaand genuchte: Slaapt ge voort, in wangevoel, Zonder werking, zonder doel, Schoon uw jeugd ontvluchtte? Neen, waak op! Het bloeiend pad Lokt u, of ge voorwaarts tradt Roept u tot viktorie!

Haar glans de glans van zijn leven is weg! Hij ligt daar binnen in bed en hoort haar kloppen op de deur. Wat gaat hem dat aan? Hij slaapt. Daar buiten staat iemand, die met een afgezetten dominé trouwen wil. Zulke menschen hooren niet in zijn huis. Had hij haar minder liefgehad, was hij minder trotsch op haar geweest, dan had hij haar misschien nog ingelaten.

Onze tenten zijn slecht geworden door het reeds langdurig gebruik, zoodat wij bij regen 's nachts weinig slapen. En gaat het er niet doorheen, dan waait het wel onder onze afdakjes door. 16 November. 's Nachts zeer koud; ondanks den wollen deken, slaapt niemand; hout om een flink vuur te maken is niet meer te krijgen.