United States or Uganda ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij herinnerde zich zijn bedwelming, zijn dronkenschap van Cosette, de liefde die alles verzwolg, deze opvoering van het een door het ander in het ideaal, en misschien ook als de geringe mate van verstand in dien geweldigen en bekoorlijken zielstoestand vermengd een onduidelijk, dof instinct om dit vreeselijk avontuur in zijn geheugen te verstikken, waarin hij niet gemengd wenschte te zijn, dewijl hij noch als verhaler noch als getuige kon optreden, zonder tevens beschuldiger te moeten worden.

Terwijl Jean Valjean Cosette een behoorlijken stand in de maatschappij en het bezit van een wettelijken staat bereidde, zorgde de heer Gillenormand voor het uitzet. Hij wenschte alles prachtig te doen. Hij had Cosette een kostbaar kanten kleed geschonken, dat van zijn eigen grootmoeder afkomstig was.

Zich toen tot Cosette wendende: "Thans behoort uw werk mij. Speel nu, mijn kind." De voerman was zoo getroffen door het vijffrancstuk, dat hij zijn glas neerzette en nader kwam. "'t Is waarachtig waar," riep hij, het stuk beziende. "Een mooi stuk geld! en niet valsch!" Vrouw Thénardier naderde en stak zwijgend het geldstuk in haar zak.

Voor hem was de gedachte aan 't leven niet van de gedachte aan Cosette gescheiden; hij had in zijn hart bepaald, dat hij het een niet zonder de andere zou aannemen, en had onwrikbaar besloten, van wie hem tot het leven zou willen dwingen, van zijn grootvader, van het lot, van de hel, de teruggave van zijn verdwenen paradijs te eischen. Hij verheelde zich de moeielijkheden hiervan niet.

't Was geen gouden Napoleon, maar een dier nieuwe twintig-francstukken der restauratie, waarop de kleine Pruisische staart den lauwerkrans aan het borstbeeld vervangen had. Cosette was als verblind. Haar lot begon haar te bedwelmen. Zij wist niet wat een goudstuk was; nooit had zij er een gezien; zij bergde het haastig in haar zak alsof zij het gestolen had.

Fantine nam de hand der zuster in haar klamme handen; deze voelde dit zweet met inwendige smart. "Hij is van ochtend naar Parijs vertrokken. Hij behoeft trouwens niet over Parijs te gaan. Montfermeil ligt van hier een weinig links. Herinnert ge u, dat hij mij gisteren, toen ik van Cosette sprak, zeide: "spoedig, spoedig." Hij wil mij verrassen.

Eenige minuten scheidden Jean Valjean van den schrikbarenden afgrond, die zich ten derden male voor hem opende. En het bagno was nu niet alleen het bagno, maar het was het verlies van Cosette, voor altijd; dat is, een leven als in een graf.

De vijfmaal honderd vier-en-tachtig duizend francs waren een legaat door iemand, die onbekend wilde blijven, aan Cosette vermaakt. Dat legaat was aanvankelijk vijfmaal honderd vier-en-negentig duizend francs geweest, maar tienduizend francs waren aan de opvoeding van mejuffrouw Euphrasie besteed, waarvan vijf duizend francs aan het klooster zelf waren betaald.

Niemand kende hem; en wijl Cosette geen lompen meer droeg, herkenden velen haar niet. Cosette ging heen. Met wien? waarheen? dit wist zij niet. Al wat zij begreep was, dat zij Thénardier's kroeg verliet. Niemand had er aan gedacht haar vaarwel te zeggen, evenmin als zij om van iemand afscheid te nemen. Zij verliet dat huis, gehaat en hatende.

Wanneer Cosette met hem uitging, leunde zij op zijn arm en was fier en gelukkig uit de volheid van haar hart. Bij al deze teekenen van een zoo uitsluitende en met hem alleen tevredene liefde, voelde Valjean zijn ziel in zaligheid opgelost.