Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 mei 2025
Ik verdiende den kost met boomsnoeien. Ik heet niet Fauchelevent, ik heet Jean Valjean. Ik ben volstrekt geen familie van Cosette. Wees gerust." Marius stamelde: "Wat bewijst mij?..." "Ik; wijl ik 't u zeg." Marius staarde den man aan! Hij was somber en kalm. Geen logen kon uit zulk een kalmte komen. Het koele is oprecht. Men voelde de waarheid in deze kilheid des grafs.
"Verwacht mij eerst overmorgen." "O, waarom?" "Ge zult zien." "Een dag zonder u te zien, dat is onmogelijk." "Offeren wij een dag op, om misschien het geheele leven te hebben." En Marius voegde er halfluid bij, en als tot zich zelven sprekend: "'t Is iemand, die niets in zijn gewoonten verandert, en die nooit iemand bij zich laat dan 's avonds." "Van wien spreekt gij?" vroeg Cosette.
"Burger," zei Enjolras tot Jean Valjean, "de republiek dankt u." Bossuet bewonderde en lachte. Hij riep: "'t Is onzedelijk, dat een matras zooveel macht heeft. 't Is de zegepraal van 't geen buigt op 't geen woedt. Om 't even, eere zij de matras, die een kanon machteloos maakt!" Op dit oogenblik ontwaakte Cosette.
"Noem mij niet langer vader." "Waarom?" "Noem mij mijnheer Jean. Jean als ge wilt." "Zijt ge niet langer vader? Ben ik niet langer Cosette? Mijnheer Jean? Wat beteekent dat? Maar 't is een revolutie. Wat is er toch gebeurd? Zie mij toch in 't gezicht. En ge wilt niet bij ons wonen? En ge wilt mijn kamer niet. Wat heb ik u misdaan? Wat heb ik u misdaan? Is er dan iets gebeurd?" "Niets."
De deur werd weder geopend, de man kwam terug, hield in zijn beide handen de fabelachtige pop, waarvan wij gesproken hebben en welke al de kinderen van het dorp den geheelen dag bewonderd hadden, en ze voor Cosette leggende, zeide hij: "Ziedaar, die is voor u."
Hij naderde zijn bed en zijn oogen vestigden zich was het toevallig of opzettelijk? op de "onafscheidbare," waarop Cosette zoo jaloersch was geweest, op het koffertje dat hem nimmer verliet. Toen hij den 4 Juni in de straat de l'Homme-Armé was gekomen, had hij het op een kastje bij zijn bed geplaatst.
"Maar, wat?" "Ik zal spoedig sterven." Cosette en Marius huiverden. "Sterven!" riep Marius. "Ja, maar dat is niets," zei Jean Valjean. Hij haalde adem, glimlachte en hernam: "Gij spraakt tot mij, Cosette, ga voort. Spreek nog, uw roodborstje is dan dood; spreek, laat mij uw stem hooren." Marius staarde als versteend den grijsaard aan. Cosette slaakte een hartverscheurenden kreet.
Wijl Helena door Paris haar kouseband heeft laten ontnemen. Van den kouseband van Cosette zou Homerus de Illiade maken. In zijn heldendicht zou hij een ouden babbelaar als mij brengen, en hem Nestor noemen. Mijn vrienden, eertijds, in het liefelijke eertijds, trouwde men met verstand; men maakte een goed contract, vervolgens was er een vroolijk feest. Zoodra Cujas vertrokken was, kwam Gamacho.
Wie weet of Jean Valjean niet op 't punt was van den moed te verliezen en opnieuw te vallen? Maar hij beminde en werd weder sterk. Helaas! hij was weinig minder wankelende dan Cosette. Hij beschermde haar en zij versterkte hem. 't Was door hem, dat zij het leven kon ingaan; 't was door haar, dat hij in de deugd kon volharden. Hij was de steun van dat kind, en dat kind verleende hem kracht.
Men had een huurrijtuig voor de deur in de Babelstraat doen komen en daarmede was men vertrokken. Met veel moeite had vrouw Toussaint verlof verkregen om eenig lijnwaad, kleederen en lijfsbehoeften in te pakken, Cosette had niets dan haar schrijfgereedschap en schrijfportefeuille medegenomen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek