United States or Australia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Vroeg men aan de Dajaks: "Wie roeit van jelui het beste?" Zonder aarzelen zeiden allen: "Tamantojan". Vroeg men achtereenvolgens aan hen, wie van hen het beste zwom, vischte, dook, boomen klom, kon hardloopen, kon springen enz., telkens weer was het: "Tamantojan". 't Was dan ook een juweel; met het vroolijkste gezicht van de wereld haalde hij de onmogelijkste braniestukjes uit. 8 Juni.

"Laten wij ten minste zeggen: ons schip, Pencroff!" antwoordde de ingenieur, die voor het oogenblik ontwapend was. Dit gesprek eindigde toen om eenigen tijd later weder te beginnen zonder den zeeman noch den ingenieur te overtuigen. Op het einde van Juni begon de sneeuw te vallen.

In Duitschland begint het balderen, als de knoppen van de berk opzwellen, dus gewoonlijk in de tweede helft van Maart; het wordt voortgezet gedurende de geheele maand April en houdt eerst in Mei op. In de hooge bergstreken en in de noordelijke landen begint het balderen later en duurt soms tot het midden van Juni, ja zelfs tot in Juli.

Zie Missiven Commandeur Cornelis Reijersen van 10 Sept. 1622, 20 Nov. 1622 en 5 Maart 1623, zoomede de Missive der Regeering te Batavia aan Reijersen van 2 April 1624; en Gen. Miss. van 6 Sept. 1622 en 20 Juni 1623. Batavia aan Reijersen 3 April 1623. Verg. ook: Instructie Martinus Sonck 11 Juni 1624 en Gen. Zie bl. XLII, noot 3, slot.

Gedurende de maand Juni was het vinnig koud, maar men spaarde hout noch steenkolen. Cyrus Smith had een tweeden schoorsteen gebouwd in de groote zaal, en daar bracht men de lange avonden door. Onder het werken praatte men en in de vrije uren werd er gewoonlijk gelezen; de tijd snelde voorbij.

Een tweede middel, buiten de stukken zelf gelegen, om den tijd na te gaan, wanneer zij geschreven zijn, bezitten wij in de getuigenissen van tijdgenooten. Het belangrijkste onder deze is ongetwijfeld dat van den letterkundige Francis Meres in zijn Palladis Tamia (Londen 1598), die Shakespeare, na zijn "Venus en Adonis" en zijn "Lucretia" wegens de honigzoete taal geroemd te hebben, den voortreffelijkste van allen noemt voor blijspel en treurspel, en van zijn blijspelen vermeldt: zijn Edellieden van Verona, zijn Klucht der Vergissingen, zijn Liefdes Moeite te loor gegaan (Veel Gemin, geen Gewin), zijn Liefdes Moeite gelukt, waarmede "Eind goed, Al goed" bedoeld moet zijn, zijn Midzomernachtdroom, en zijn Koopman van Venetië; en van zijn treurspelen: zijn Richard de Tweede, Richard de Derde, Hendrik de Vierde, Koning Jan, Titus Andronicus, en Romeo en Julia. In de aanteekeningen op den Titus Andronicus vindt men den oorspronkelijken tekst aangehaald. Men begrijpe wel, dat Meres geen volledige lijst geeft en alleen noemt, wat hem vooral getroffen heeft en hem daarom duidelijk voorstaat. Nog van enkele andere stukken blijkt het, dat zij ouder zijn dan een bepaalde dagteekening: zoo vermeldt een rechtsgeleerde, John Manningham, in zijn dagboek op 2 Februari 1602, volgens den ouden stijl 1601, dat hij een stuk "Driekoningenavond of Wat gij wilt" heeft zien spelen; hij zegt genoeg van den inhoud om er Shakespeare's stuk uit te herkennen. Evenzoo getuigt Dr. Forman in zijn dagboek, op 15 Mei 1611, dat hij "Een Winteravondsprookje" heeft zien spelen. Dat de Globus-schouwburg op 29 Juni 1613 afbrandde, toen er een nieuw stuk, "Koning Hendrik

Op den 6 Juni was een onderzoek der riolen bevolen.

Men vindt de eieren op zijn vroegst in het laatst van Mei, de pas uit den dop gekomen jongen in het midden van Juni of in het begin van Juli; eerst tegen het einde van deze maand vliegen de jongen uit.

Met het water heeft H. M. nog niet afgedaan, het grootste schip ooit in Nederland gebouwd zou 1 Juni van stapel loopen; daar zullen de Koningin met den Prins bij tegenwoordig wezen en zoo doende rijdt H. M. met Z. K. H. 's Woensdags om even één uur uit naar de Conradstraat. Op het J. D. Meyerplein wacht H. M. een verrassing. Voor de Ned.

Den volgenden morgen 17 Juni doemde tegen zes uur eene kust aan den horizon op. Dat was het schiereiland Alaska en de lange rij van rotsblokken van verbrijzeld land, die de Aleutische eilanden vormden.