United States or United Arab Emirates ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hier en daar graaft hij een Hommel- of Wespennest uit en eet met smaak de met larven gevulde en honigzoete raten op, zonder zich veel te storen aan de angels der vertoornde eigenaars; zijn ruige pels, de dikke huid en de daaronder gelegen vetlaag beveiligen hem trouwens volkomen voor de steken dezer dieren.

Een tweede middel, buiten de stukken zelf gelegen, om den tijd na te gaan, wanneer zij geschreven zijn, bezitten wij in de getuigenissen van tijdgenooten. Het belangrijkste onder deze is ongetwijfeld dat van den letterkundige Francis Meres in zijn Palladis Tamia (Londen 1598), die Shakespeare, na zijn "Venus en Adonis" en zijn "Lucretia" wegens de honigzoete taal geroemd te hebben, den voortreffelijkste van allen noemt voor blijspel en treurspel, en van zijn blijspelen vermeldt: zijn Edellieden van Verona, zijn Klucht der Vergissingen, zijn Liefdes Moeite te loor gegaan (Veel Gemin, geen Gewin), zijn Liefdes Moeite gelukt, waarmede "Eind goed, Al goed" bedoeld moet zijn, zijn Midzomernachtdroom, en zijn Koopman van Venetië; en van zijn treurspelen: zijn Richard de Tweede, Richard de Derde, Hendrik de Vierde, Koning Jan, Titus Andronicus, en Romeo en Julia. In de aanteekeningen op den Titus Andronicus vindt men den oorspronkelijken tekst aangehaald. Men begrijpe wel, dat Meres geen volledige lijst geeft en alleen noemt, wat hem vooral getroffen heeft en hem daarom duidelijk voorstaat. Nog van enkele andere stukken blijkt het, dat zij ouder zijn dan een bepaalde dagteekening: zoo vermeldt een rechtsgeleerde, John Manningham, in zijn dagboek op 2 Februari 1602, volgens den ouden stijl 1601, dat hij een stuk "Driekoningenavond of Wat gij wilt" heeft zien spelen; hij zegt genoeg van den inhoud om er Shakespeare's stuk uit te herkennen. Evenzoo getuigt Dr. Forman in zijn dagboek, op 15 Mei 1611, dat hij "Een Winteravondsprookje" heeft zien spelen. Dat de Globus-schouwburg op 29 Juni 1613 afbrandde, toen er een nieuw stuk, "Koning Hendrik

Een honigzoete lach speelde om zijn mond; op zijn aangezicht was niet het geringste spoor van een baard te ontdekken; aan zijne ooren bengelden kostbare sieraden; zijne armen en beenen, zijn hals en zijne voor een man veel te lange kleederen waren overladen met gouden ringen en kettingen; en zijne stijve, gefriseerde lokken, die door een purperen band bijeen werden gehouden, waren doortrokken van allerlei sterk riekende oliën.

Hij spreekt bitter weinig, maar als hij eenmaal zijn mond opendoet, dan spreekt hij louter in honigzoete klanken, dat wil zeggen op rijm." "Well!" knikte de Engelschman. "Of zijn mond van honigzoetheid houdt, of van komkommer-salade, dat is niet mijn, maar zijn zaak. Maar kan hij schieten?"

Menig liefdetooneeltje in de Londensche parken is even idyllisch en teeder en even oprecht, als welke liefde ook, door dichters bezongen, en de vrijage van den boerenknecht is vaak even poëtisch en eerbiedig als die van den jongen hulpprediker, die honigzoete woordjes fluistert in het oor van des vicars dochter tusschen de rozen van haar vaders tuin, in het licht van de eerste bleeke avondsterren.

De koning was van plan de schoone prinses te trouwen en zoodra hij haar zag, naderde hij haar met complimenten en vleierijen. Maar de prinses wilde niet naar zijn honigzoete woorden luisteren; zij wendde zich af en vroeg: "waar is de jongeman, die mij geschaakt heeft en die zooveel deed om mij hier te brengen?"