United States or Cameroon ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zie, ik weet het wel, verwenschingen tegen den "vurigen salamander", die zoo te recht den toorn heeft opgewekt van dichters en kunstenaars, baten tegenwoordig niets meer; geen enkel schoon idyllisch landschap, geen enkel liefelijk, poëtisch, eenzaam plekje, waar men ongestoord droomen en mijmeren kan, is voor deze gruwelijke ontwijding veilig: voor de eischen van het moderne verkeer moet alles zwichten.

"Maar de vrouw is te goed voor de politiek," zegt de galante man; het zou zonde wezen een zoo idyllisch wezen te besmetten met al het minderwaardige en verderfelijke dat nu eenmaal onafscheidelijk aan alle politiek gedoe is verbonden, daar staat de vrouw te hoog voor.

In het laatste bedrijf leeft hij met zijn gezin idyllisch in een eenvoudige woning van een gering loon en is tevreden. Ook van dezen man is de psychologie wel wat al te weinig samengesteld, om ons belang in te boezemen. Van begrijpen van den bankroetier is ook hier geen sprake.

Dat hun landschappelijk schoon niet dateert van gisteren of heden, blijkt uit de zomerverblijven, die de Mogols er hadden gebouwd en waarvan de overblijfselen nog in wezen zijn. Jehan Guir vooral was er graag in gezelschap van de schoone Noer-Mahal, wier herinnering, tegelijk idyllisch en tragisch, nog hangt onder de door haar geplante platanen.

De westkust van het eiland was dicht bevolkt, en de dorpen lagen er idyllisch in de schaduw van kokospalmen; het zou moeilijk zijn, ook maar bij benadering de geheele bevolking van het eiland op te geven, maar zeker is het, dat er nog meer menschen in het binnenland wonen dan aan de kust.

Maar het volk voert nu oorlog, laat zijne beste, krachtigste zonen dooden om zoogenaamd plaats te krijgen voor zijne millioenen, en laat weelderig vruchtbare dalen in zijn eigen land onbebouwd en ongebruikt! Om twaalf uur kwamen wij bij een idyllisch plekje. Een lommerrijke boom boog zijn bladerdak beschuttend over den stroom, waar groote steenen tot uitrusten lokten.

De Gouden Eeuw in Griekenland was een periode van idyllisch geluk, te midden van altijd bloeiende velden en onder balsemrijke luchten, terwijl de Noorsche gelukseeuw ook een tijd was waarin vrede en onschuld op aarde bloeiden, en het kwaad nog zoo goed als geheel onbekend was. De schepping van den mensch.

Nu eens boeiden ons de trotsche bergen, bedekt met donkergroene pijnboomwouden, afgewisseld door het lichtere groen der eiken; dan weer rustte het oog met niet te beschrijven verrukking op glanzende valleien met blinkende meren; soms werd onze aandacht gevangen door een enkel boschje glinsterende berken, als een fijn grijs-groen getinte schilderij, gevat in bruin-fluweelen omlijsting van beuken, of een idyllisch dorpje, half verscholen achter teer sparregroen; even later omvatte onze blik een golvende vlakte, bekoorlijk door de oneindige kleurschakeeringen van duizenden veldbloemen.

Hunne poëzie is zoo weinig heroïsch, zoo zuiver idyllisch als die der Arkadische herders. Als natuurkinderen, zonder eenigen zin voor politiek, zijn deze geheel onstaatkundige menschen aan den zeer beperkten kring van hunne geboorteplaats en hunne familie gehecht.

Waar de bekoring van het landschap zoo geheel op kleuren berust, heeft een verandering in het weêr, in atmosfeer en verlichting, ten gevolge, dat hetzelfde eiland er den eenen dag idyllisch kan uitzien en den anderen dag alle aantrekkelijkheid kan hebben verloren. Onze tocht werd dan dadelijk tot een plichtreis, waar hij eerst een prettig uitstapje was geweest.