United States or Senegal ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dat verhaal toch stelt de sexueele gemeenschap voor als de eerste zonde, terwille waarvan het aardrijk vervloekt is, en waardoor de rein geschapen mensch is vervallen tot een wezen dat geneigd is tot alle kwaad. En het was de vrouw, die het eerst viel; zij bezweek voor de lokstem van de slang, en verleidde vervolgens den man. En toen zij gezondigd hadden zagen zij dat zij naakt waren.

Bij de regeling der zaken kwam ik tot de ontdekking, dat het grootste kwaad schuilt in den beklagenswaardigen, armzaligen toestand, waarin de boeren verkeeren, een toestand die slechts met de grootste moeite en het grootste geduld is te verbeteren.

Meenende dat die »Witgezichten« met opzet den stier op hen losgelaten hadden, keerden ze bij duizendtallen terug, en overvielen de Kolonie, die geen kwaad vermoedde. In den vreeselijken strijd, die nu volgde, moesten de Noormannen het onderspit delven.

... Michielken is geen ketter, zeiden eenstemmig al de goede burgers van de gemeente, want hij ging alle Zondagen naar de misse en naderde alle hoogdagen de heilige tafel; zij getuigden verder, dat hij over Onze-Lieve-Vrouwe nooit eenig andere rede gehouden had dan heure hulp in te roepen in moeilijke aangelegenheden; dat hij nooit kwaad gesproken had van eenige vrouw op aarde, en hij dienvolgens het nog minder hadde gedurfd van de hemelsche moeder Gods.

Dit maakte zijn zaak kwaad. Overigens was het verhoor van den man ten einde en ook het getuigenverhoor, maar de advocaat moest nog pleiten en het openbaar ministerie zijn eisen doen; dit zou wel tot middernacht duren. De man zou waarschijnlijk veroordeeld worden; de advocaat-generaal was zeer knap; en "verloor" zelden zijn beschuldigden; 't was een geestig mensch, die verzen maakte.

De brave man, die veinsde zich zeer te schamen, zeide: Wel zeker, ken ik ze; ik biecht u op, dat ik kwaad heb gedaan en ik zweer u, dat gij, daar ik haar van zulk een karakter zie, er nooit meer een woord over zult hooren.

Het rantsoen voor de paarden moest worden verminderd en haver kregen zij in 't geheel niet meer. Tolstoi herinnert zich nog, dat zij, kinderen, het zoo jammer vonden voor hun lieve paardjes. Zij gingen daarom stil naar het land waar de haver stond en, geheel onbewust van het kwaad dat zij deden, rukten zij die uit den grond, namen handen vol mee naar huis en voerden er hunne paarden mee.

"Ik weet wel dat hij een ondeugend schepsel is," zeide Rosa, zich op een harer nette voetjes wiegende en Adolf schalkachtig aankijkende. "Hij maakt mij altijd kwaad op hem." "O Dames, Dames, gij zult met u beiden mijn hart nog breken," zeide Adolf. "Ik zal eens op een ochtend dood in mijn bed worden gevonden en dat zult gij te verantwoorden hebben."

De heer Ricciardo zag zich in een kwaad parket en erkende nu de dwaasheid, een jonge vrouw te hebben genomen, ging treurig en neergeslagen de kamer uit en zei nog veel tot Paganino, wat hem voor niets hielp.

De mollah, ten hoogste verontwaardigd, wierp het denkbeeld ver van zich, en zei, dat hij den knaap veel te lief had, om hem eenig kwaad te doen. "En toch," zei de vreemdeling, "zal het geschieden, want Allah heeft besloten, dat de jongen door u zijn lot moet ondergaan, en wat geschreven staat, staat geschreven."