United States or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !


't Is duidelijk, dat ge bij overklimming in den boomgaard van Pierron rijpe appelen hebt gestolen. Mijne heeren de gezworenen zullen dit wel bedenken." De beschuldigde was weder gaan zitten, maar stond schielijk op, toen de advocaat-generaal gesproken had, en riep: "Gij zijt heel slecht, gij! Dat wilde ik u zeggen, maar ik kon niet terstond woorden vinden.

De bemanning sloot hen toen op in het ruim en doodde hen allen; "ze werden als ratten vermoord", zei bij gelegenheid van de rechtzaak de advocaat-generaal van Nieuw Zuid-Wales.

"Ik moet mijnheer den advocaat-generaal opmerken," zei de president, "dat de inspecteur van politie, Javert, wegens zijn ambtsplichten naar de hoofdplaats van een naburig arrondissement teruggeroepen, terstond na 't afleggen zijner getuigenis de zitting en zelfs de stad heeft verlaten.

De advocaat eindigde met de gezworenen en het hof te verzoeken, indien de identiteit met Jean Valjean hun bewezen voorkwam, hem correctioneel te straffen wegens verbreking van ban, doch niet met de vreeselijke straf, welke den gewezen galeislaaf bij herhaling van misdaad bedreigt. De advocaat-generaal antwoordde den verdediger.

Kan men niet in Auvergne en te Faverolles zijn geweest, zonder op de galeien geweest te zijn? Ik zeg u, dat ik niet gestolen heb en dat ik de oude Champmathieu ben. Ik ben bij mijnheer Baloup geweest, ik heb een woonplaats gehad. Maar al uw malle praat verveelt mij eindelijk. Waarom vervolgt men mij als een wild dier?" De advocaat-generaal was blijven staan en richtte zich nu tot den president.

De advocaat-generaal eischte ten slotte dat, bij ontstentenis van Javert, de drie getuigen Brevet, Chenildieu en Cochepaille opnieuw gehoord en plechtig ondervraagd zouden worden.

Hij had echter nauwelijks de gerechtszaal verlaten, of de advocaat-generaal herstelde zich van zijn eerste verbazing en nam het woord, om de krankzinnige daad van den achtenswaardigen maire van M. sur M. te betreuren; te verklaren, dat door dat zonderling geval, 't welk zich later wel zou ophelderen, zijn overtuiging in 't minst niet veranderd was, en dat hij de veroordeeling eischte van dezen Champmathieu, die blijkbaar de wezenlijke Jean Valjean was.

Als men met alle toebereidselen gereed is, vertrekt Jeanne zelf met een gewapend escorte naar Poitiers, en neemt daar haar intrek in hôtel de la Rose. In hetzelfde hôtel logeert Mr. Jean Rabateau, de advocaat-generaal, en aldaar zal ook het verhoor plaats hebben. Op weg naar Poitiers is Jeanne een oogenblik in den waan, dat men haar reeds naar Orléans brengt.

De beschuldigde schudde het hoofd als iemand, die goed begrepen had en weet, wat hij antwoorden wil. Hij opende den mond, wendde zich tot den president en zeide: "Wat het eerste betreft..." Toen zag hij op zijn muts, vervolgens naar den zolder en zweeg. "Beschuldigde," hernam de advocaat-generaal op strengen toon, "geef wel acht. Gij antwoordt niet op 't geen u gevraagd wordt.

Maar vergeving, gij kunt niet begrijpen wat ik zeg. In mijn huis zult ge in de asch van den haard het tweefrancstuk vinden, dat ik vóór zeven jaar den kleinen Gervais ontnam. Ik heb hier niets meer bij te voegen. Neemt mij gevangen. Mijn God! mijnheer de advocaat-generaal schudt het hoofd; gij zegt: De heer Madeleine is krankzinnig geworden; gij gelooft mij niet. Dit is treurig.