United States or Turkmenistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Mijnheer de advocaat-generaal weet wie ik ben; hij weet waarheen ik ga; hij kan mij doen gevangen nemen, wanneer hij wil." Hij ging naar de deur. Geen stem verhief zich, geen arm werd uitgestoken om hem te verhinderen. Allen gingen ter zijde. Hij had op dit oogenblik iets goddelijks, 't welk de menigte voor een mensch doet wijken en ter zijde gaan. Met langzamen tred ging hij door de zaal.

De verdediger had vrij goed gepleit, in die provinciale taal, welke in Frankrijk lang de welsprekendheid der balie heeft uitgemaakt, en waarvan eertijds al de advocaten, zoowel te Parijs als in de kleinste provinciesteden, gebruik maakten, doch die tegenwoordig, klassiek geworden, schier enkel nog maar door de officieele redenaars van het parket wordt gebezigd, waarvoor zij, uithoofde harer deftige welluidendheid en statigen periodenbouw zoo bijzonder geschikt is: de taal waarin een gehuwd man, echtgenoot wordt genoemd, de gehuwde vrouw, gade, Parijs, het middelpunt der kunsten en beschaving, de koning, de monarch, monseigneur de bisschop, een heilig kerkvoogd, de advocaat-generaal, de welsprekende tolk der wet, de pleidooien, de woorden welke men gehoord heeft, de eeuw van Lodewijk XIV, de groote eeuw, een schouwburg, de tempel van Melpomene, de regeerende familie, het doorluchtig bloed onzer koningen, een concert, een muzikale plechtigheid, de kommandant-generaal van het departement, de doorluchtige krijgsheld, die enz., de seminaristen, deze jeugdige levieten, de vergissingen aan de dagbladen verweten, de logen die haar vergift in de kolommen dier organen uitstort enz. enz; de advocaat was dus begonnen met den diefstal der appelen te verklaren een zaak die in fraaien stijl moeielijk te behandelen is; maar Benigne Bossuet was wel verplicht, in een plechtige lijkrede van een kip te gewagen, en hij heeft zich met glans uit deze moeielijkheid gered.

Dit maakte zijn zaak kwaad. Overigens was het verhoor van den man ten einde en ook het getuigenverhoor, maar de advocaat moest nog pleiten en het openbaar ministerie zijn eisen doen; dit zou wel tot middernacht duren. De man zou waarschijnlijk veroordeeld worden; de advocaat-generaal was zeer knap; en "verloor" zelden zijn beschuldigden; 't was een geestig mensch, die verzen maakte.

Na deze schildering vervolgde de advocaat-generaal in een oratorische vlucht, die geschikt was, om den anderen dag de verrukking van het dagblad der prefectuur tot den hoogsten graad op te wekken: En zulk een man enz. enz. landlooper, bedelaar, zonder middel van bestaan enz. enz. door zijn vorig leven aan misdaden gewoon en door zijn verblijf in 't bagno weinig verbeterd, zooals de misdaad, op den kleinen Gervais gepleegd, bewijst enz. enz. zulk een man is 't, die, op den openbaren weg op heeter daad van diefstal betrapt, weinige schreden van een tuinmuur en met het gestolen voorwerp nog in de hand, het feit, den diefstal, de overklimming, alles, ja zelfs zijn naam, zijn identiteit loochent!

Men heeft nimmer geweten, wie de deur opende; maar 't is zeker, dat de deur geopend was, toen hij er kwam. Daar wendde hij zich om en zeide: "Mijnheer de advocaat-generaal, ik blijf te uwer beschikking." Vervolgens sprak hij tot het publiek: "Gij allen die hier zijt, gij vindt mij beklagenswaard, niet waar? Mijn God! wanneer ik denk wat ik voornemens was te doen, vind ik mij benijdenswaardig.

Mijne heeren de gezworenen, gij zult recht doen enz. enz. Terwijl de advocaat-generaal sprak, luisterde de beschuldigde met open mond en met eene soort van verbazing, met bewondering vermengd. Hij was blijkbaar verwonderd, dat iemand zoo spreken kon.

De advocaat-generaal zond het met een bijzonderen ijlbode naar M. sur M. en belastte er den inspecteur Javert mede. Men weet dat Javert terstond na de aflegging zijner verklaring naar M. sur M. was teruggekeerd. Javert was juist opgestaan, toen de bode hem het bevel tot aanhouding en overbrenging ter hand stelde.

De bode zelf was een ervaren politieagent, die Javert in een paar woorden met het gebeurde te Arras in kennis stelde. Het bevel tot aanhouding, door den advocaat-generaal onderteekend, luidde aldus: "De inspecteur Javert zal zich van den persoon van den heer Madeleine, maire van M. sur M. verzekeren, die in de terechtzitting van heden als de gewezen tuchteling Jean Valjean herkend is geworden."

Toen wendde hij zich tot het publiek, en op een toon, die door allen begrepen werd, vroeg hij: "Is hier een geneesheer tegenwoordig?" Daarop nam de advocaat-generaal het woord en zeide: "Mijne heeren gezworenen, het even zonderling als onverwacht voorval dat de zitting stoort boezemt ons, evenzeer als u, een gevoel in, dat wij niet behoeven uit te drukken.

De bemanning sloot hen toen op in het ruim en doodde hen allen; "ze werden als ratten vermoord", zei bij gelegenheid van de rechtzaak de advocaat-generaal van Nieuw Zuid-Wales.