United States or Estonia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Zeu," zei moeder Van Dalen, minachtend de schouders ophalend, toen zij 't verhaal hoorde; "wel zeu, hij 'n es nog nie thuis! O, hij zal versmeurd zijn in de voart. Weet-e wat dat-e gij doet, jongen, goa gij noar de sandurms en geef het aan. Ze zillen d'er zij wel noar zoeken en 'k zal ik te binst noar Roze goan."

Zij stond op, doch bleef met de hand aan den deurknop even staan en zeide: "Geef me alleen antwoord op één vraag: was er niet een tijd, lang geleden, dat zij thuis had moeten komen om te kunnen herstellen?" Zij zag, dat hij met antwoorden aarzelde.

We hebben elk een rijksdaalder, en het leger zou er niet veel bij winnen, of wij dien nu al gaven. Ik geef toe, dat ik niets van Moeder of van jou moet verwachten, maar ik zou zoo dol graag "Udine en Sintram" voor mezelf willen koopen, ik heb er al zoo lang naar verlangd," zei Jo, die een boekworm was.

Dat zie ik meer en meer; maar ik zal alles vergoeden; ik zal met u, en met Letje huisselyk leven; wy zullen niet dan met Edeling, of haar Broêr, nu en dan eens een uitvlugtje nemen; als gy 't zelf goed vindt, anders niet. Zie daar, ik geef my, ter myner verbetering, geheel aan u over! Juffrouw Buigzaam.

Isser niks gebakke, Dan gèft ene korf vol appele, Is de korf te klein of te groot, Dan gèft mig ene volle schoot. Het eeuwig leven is bitter gewonnen, Voor een gulden een draad gesponnen. Kijk eens in je korfje, Daar liggen drie appeltjes in, Even groot, kralo, vrouwke lo, Geef wat, houd wat, Volgend jaar weer wat. Meestal krijgen de kinderen ringen, maar ook ander snoepgoed.

Vrouwen gaven haar laatste penningske voor het vrome doel, om het land des Heeren weder voor de Christenen te winnen. Mannen, jonge en oude, sloten zich aaneen, om te strijden tegen de booze heidenen, die heerschten over Jezus' graf. Toen kwam men bij Godeslas, den mulder. "Geef, geef met volle handen," zeide men.

"Gösta, ik wilde je zeggen, dat ik geloof dat het 't beste was, dat ik weer thuis kwam." "Laat ons hopen, dat ze juffrouw Marianne niet weer in de sneeuw voor de deur laten liggen." "O Gösta, geef je niet meer om me? Ben ik te leelijk geworden?" Hij trok haar hoofd naar zich toe en kuste haar, maar bleef er even koel uitzien. Eigenlijk vond ze 't grappig.

"Geef mij dan nog een flesch Hochheimer. Die Hollandsche Mijnheer daar zal den bessenwijn waarschijnlijk prefereren." Veervlug scheen evenwel niet bijzonder nationaal te wezen; want hij hield zich met zijne vrienden bij den Rijnwijn. De Delftsche familie trok op.

De ridder maakte den horen van zijn bandelier los en gaf hem aan zijn reisgenoot, die hem dadelijk om zijn eigen hals hing. "Tra-lira-la!" zei hij, die noten fluitende; "ik ken de wijs zoo goed als een ander." "Hoe meent gij dat, schelm?" zei de ridder; "geef mij den horen terug." "Stel u gerust, heer ridder, die is in zekere bewaring.

Met een tenor van een opera-gezelschap en met Lou, waren we er in een bui van nieuwsgierigheid binnengegaan. Van buiten klonk lawaai en getier. De portier schreeuwde: "Entree! Entree!" De zaal was van een pijpen-la-ige lengte, niet hoog, niet breed. De wanden waren artistiek versierd. Maar een "beschrijving" geef ik niet. Die dingen lijken alle op elkander. Het was een "dansgelegenheid."