United States or São Tomé and Príncipe ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar, op bevel van messire Lumey, wederhield kapitein Marinus negentien monniken; alleen de soldaten en poorters liet hij gaan. En Uilenspiegel sprak: Soldatenwoord moet gulden woord wezen. Waarom breekt hij het zijne? Een oude Geus antwoordde hem: De monniken zijn de zonen Satans, de melaatschheid der landen, de schande der volken.

Ze vroeg en verkreeg de machtiging, om een leening aan te gaan van 30 millioen jen, dat is ongeveer 37 millioen gulden, en ging met spoed over tot de uitvoering van het plan, dat ontworpen was door den hoofdingenieur Hasegawa. Men begon aan de groote lijn op twee punten, het Noorden en het Zuiden.

En terwijl hij met officieele langzaamheid ieder aandeelbewijs van zijn handteekening voor overschrijving voorzag, telde Maarten de vijfduizend gulden even langzaam op in groote bankbiljetten, daarna het overige in kleine biljetten te samen f 5250.

In de Rozenstraat is een huisje te koop met een stand. Wat het huis kost, weet ik niet, maar voor den stand en den winkel, met wat er in is, vragen ze zestien honderd gulden." "Wat zeg je! Zooveel geld voor een...?" "Ja, 't is een koopje. Voor een winkel met nering." "Een mooi koopje!"

De oude molen was ook getuige geweest van veel levensgenot, maar altijd was het de echte, rechte, gulden vroolijkheid.

't Groote kantoor lag daar in de namiddagschaduwen; maar enkele gulden zonnestralen vonden hun weg door de verwaaide lindenbladen, en vielen schuins de kamer in over den man aan 't venster, over het zware tapijt; en daar ginds op de tafel trof een straal de bronzen Fortuna, die half zwevend haar krans toereikte aan den ledigen leunstoel. Maar in één huis in de stad heerschte onvermengde vreugd.

Hou den braven Blankaart te vriend, Keesje; ik vrees anders, dat gy al zoo veel met Vader zult te doen hebben als ik! Vaarwel, myn Broeder, HONDERD-VEERTIGSTE BRIEF. Wed. Spilgoed heeft uit Indië een erfenis gekregen van 80.000 gulden van zekeren Jan Bern, zooals blijkt uit de Honderd-een en veertigste brief. In HONDERD-TWEE EN VEERTIGSTE BRIEF dankt de Wed. Spilgoed.

Hij kwam in eene afspanning, waar een vroolijke weerdinne hem vroeg: Jonge meester, wilt gij eten voor uw geld? Ja, sprak Uilenspiegel. Maar voor hoeveel eet men hier? De hospita sprak: Aan de tafel der heeren eet men voor zes gulden; aan de tafel der poorters voor vier, en aan de huistafel voor twee. Hoe meer, hoe liever! antwoordde Uilenspiegel. Hij ging dus aan de tafel der heeren zitten.

Nadaniël liet zijn portret zien zei "Pers" en ging op de binnenplaats; ik moest 25 cent betalen omdat ik er in wou. Ik dacht 't wordt duurder want ik had pas een halve gulden betaald en nu al weer 1/4; maar ik wou de tentoonstelling nu eenmaal zien en keek op geen geld.

In die gebouwen waren ook weder gecostumeerde bewaaksters met breikousen; de huizen waren meestal volkomen leeg, op één na, eene herberg, waarin zeer eigenaardig de restauratie gevestigd was; men vond er ook de nabootsing eener Stavekerke; dat is nog een geschenk van den Zwedenkoning Oscar, zijn naam staat er met groote gulden letters op.