United States or Tonga ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik ben verzekerd dat hy geen drup reukwerk by zich droeg, en toch rook ik iets aangenaams, iets sterks, iets wat me herinnerde aan ... daar had ik het! Zyt gy het, riep ik, die my van den Griek hebt verlost? Wel zeker, zeide hy, dat was ik. En hoe gaat het U? Ik vertelde dat we met ons dertienen op 't kantoor waren, en dat er zooveel by ons omging.

Maar nu was hij toch te moe. Hij was buitengewoon moe, heelemaal op. Hij voelde 't nu pas goed, nu hij weer zat. Zijn hoofd was zwaar van slaap en zijn voeten brandden.... Hij ging maar naar bed.... En hij sliep dadelijk. De volgende dag was een Zaterdag. Op 't kantoor van Vermeet & Co. was dat een drukke dag, de betaaldag.

Ik liep door de straten der stad en amuseerde mij met de bamboehuizen op palen, waar de diluviale regens zich een weg onder door banen, en kwam op het gezochte kantoor. Even bleef ik bij den ingang staan, toen ik er mijn vriend in gesprek vond met een jeugdige Birmaansche. Bescheiden wilde ik mij terugtrekken, toen de chef zei: "Kom binnen, ik heb hier een mijner correspondenten bij mij."

Ook kunt Uw als Uw roode-ferf en blouw hebt wel wat schilderen op de jongens, hun pakhuis en brootkar; ook hun bokenwagen heeft het wel noodig voor de roest. Van Klaas schreift uw niets besten Joris. Is hij niet met Uw medegegaan, heeft de jonge het zoo druk op zijn kantoor? ik ben verlangent om van hem te hooren, want 't is toch mijn ijgen kint.

De lange blonde knevel van Marcussen glansde en naarmate zijn positie als de eerste man op 't eerste kantoor van de stad den kring van zijn kennissen uitbreidde, strekte hij zijn werk onder de dienstmeisjes uit tot hoogere kringen en was spoedig de ridder onder de dames.

De binnenplaats van de armenische karavanserai, waarin zich het kantoor en de magazijnen van Kodja-Yoessoef bevinden, is omgeven door eene rij van diepe kamers, die met houten luiken worden gesloten.

De heer Erving was boven in het kantoor; onwillekeurig sloeg hij zijne blikken in het rond; het was een gezellig vertrek, met donkere tapijten, groene meubels en gordijnen; op een groote schrijftafel stond een portret; het was eene photographie van Liesje uit hare kinderjaren; het lieve gezichtje zag er recht schalksch uit.

Als gij iemand kunt aanwijzen, die in mijn kantoor is werkzaam geweest en dien ik heb weggezonden, omdat ik een nieuw gezicht wenschte te zien, dan geef ik vijfhonderd gulden aan Timbucho of aan welke andere zending gij maar wilt."

... indien de jongeheer Pompile, die driftig, beredderend, jagend en als gejaagd, het kantoor binnenstuift, en 'n stuk of drie "dag'"s uitstoot, alsof 't beschuitkruimels waren die hem in de keel prikkelden ... ... indien de jongeheer Eugène die daar nog altyd over z'n romannetje gebukt zit, en in knotwilgstyl z'n: "bsjoer Pompile!" laat glippen ...

't Was eigenlijk nog te vroeg om naar kantoor te gaan; de werkvrouw zou er nog bezig zijn, en Bram, de oude knecht, die den sleutel had en 's morgens altijd 't eerste kwam, die zouden verbaasd kijken. Toch ging hij naar kantoor. Hij zou er dan zitten als de bedienden kwamen, ze zouden hem niet zien binnenkomen, ze zouden zijn gezicht niet hoeven te zien.