United States or Malaysia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik passeer alle twee of drie dagen Wemeldinge, en dat zal heel gemakkelijk zijn, want ik zal daar dan een mooi huishoudstertje op mij vinden wachten. De bruiloft moet binnen een maand gevierd worden; er zal een groot feest zijn; we zullen violen hebben en lange linten, jenever, rundvleesch en zwart bier. Reneetje zit nog altijd te breien.

Twee vertegenwoordigers van de Trans-Siberische spoorweglijn maken van Charbin de reis met den trein mede. Dit is ter wille van Prins Heinrich. Met den oudsten van beiden houdt prins Heinrich, als hij aan de verschillende stations op en neder wandelt, vrij luide gesprekken in het Fransch. Die zit ook naast den prins aan tafel. Door het gezelschap van den prins is onze eetzaal nu propvol.

Hij is bij oogenblikken geheel vol met die bijzonderlijke aandacht, en dan zou hij wel gaarne zijlings omkijken naar pastoor Doening, den ouden priester, die roerloos zit en bidt. Hij durft niet omkijken, verlegen wegens de reden, die hem omkijken doet.

Geen wonder dus, dat zij aan den oever van het onheilspellende, vreeselijke meer zit, nat, moe en ongelukkig, en denkt aan de effen, met bloemen omzoomde paden van haar vaderland. Ach, voor haar bestaan Zuid en Noord niet meer. Zij staat midden in het leven.

Strijkman legde het papier op tafel, vouwde het weer in de plooien en zei in zichzelven: "De zaak is zoo klaar als een klontje; er zit een erfenis in Amerika; Makko is dood en niemand anders dan de "krates" zal er recht op hebben. Jongens, jongens, Strijkman! daar is in allen gevalle voor jou wat van te halen, als je het slim overlegt.

Toen de draaier nu uitgeleerd was en zou gaan reizen, gaf hem zijn patroon omdat hij zich zoo goed gehouden had, een zak en zei: »er zit een knuppel in.« »De zak kan ik omhangen, en daar kon ik vrij wel dienst van hebben, maar die knuppel, wat moet die, die verzwaart hem maar

Daar in dien hoogen leuningstoel toch zit, in zijden kussens gedoken, een tengere, ziekelijke knaap, met de voeten op een warme stoof en de eene hand onder 't hoofd, terwijl de andere een boek vasthoudt, waarin hij schijnt gelezen te hebben, doch dat hij nu op de knie laat rusten.

Van onder tot boven, van zijn voeten tot zijn hoofddeksel, alles stijf en recht; nergens in de heele figuur eenige zwenking; geen enkele lenigheid van draaiing of buiging. Hij zit diep in zijn hoedje weggeslagen, en schijnt aan een stijven nek te lijden. Misschien trekt hij daarom zoo'n pijnlijk gezicht.

Eva glimlachte naar Debeckes zij, zonder echter te weten waarover hij sprak, en ving tegelijk van zuster Louise een hartelijk knikje op, 'twelk ze beantwoordde, maar zonder juist veel aan 't zusje te denken dat ze wel liefheeft maar, dat toch altijd zoo iets.... zoo iets heel anders heeft gehad. "Jawel, daar broeit iets Louise;" zegt Thomas Van Hake, die naast Louise Armelo zit.

Als men herwaarts en derwaarts heeft uitgezien en van deze noch gene zijde hulp, licht, troost ziet opdagen, dan zet men zich moedeloos ter zijde van den grooten weg neder, dan legt men de handen in den schoot, en verzekert den eersten voorbijganger den beste, die ons vraagt, waarom wij dáár blijven mokken: "Wel ik mok niet, ik zit hier heel goed;" al is de glimlach waarmeê wij het zeggen, ook zuur als edik.