United States or Iceland ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ziezoo, eindelijk klaar," zei mevrouw d'Ablong met een zucht. "Ga nu eens even daar staan, kind onder het gas, dat ik goed kan zien hoe alles zit." Met een akelig ongemakkelijk gevoel, alsof al hare kleeren van haar af moesten zakken en alsof heur haar heel slordig zat net of ze pas uit bed kwam en het heerlijk stevige vlechtje nog maken moest liep Elsje naar het midden der kamer.

"Ik ben het, die Duimelot wordt genoemd, en ik reis rond met de wilde ganzen," zei de jongen. "Heb je nooit van mij gehoord?" "Nu en dan hebben de musschen wel over je getjilpt," zei de hond. "Je schijnt groote dingen te hebben gedaan, zoo klein als je bent." "Tot nu toe gaat het tamelijk goed," zei de jongen. "Maar nu is het met mij gedaan, als je me niet wilt helpen. Een vos zit me op de hielen.

Aan het bevel van den officier werd door de meiden voldaan, hoewel Stijntje de keukenmeid, later veel te zeggen had van "door vreemden gecommandeerd te worden, en nog wel door één, die van óns eet en drinkt en die van ons geld zoo mooi in de kleeren zit."

De machinist keek het dikke kereltje nog eens aan met een blik, die duidelijk verried, dat het hem moeite kostte om aan de voorschriften van die twijfelachtige tante te gehoorzamen. "Nu, hoe zit het er mee?" vroeg Droll gebiedend. "Zijt gij dan werkelijk de man wiens bevelen ik te volbrengen heb?" "Ja. En als gij dat niet oogenblikkelijk doet, zal ik het u leeren.

"Intusschen keek de echtgenoot naar de lucht in de richting van den grooten dichtgebladerden eik. "'De bladeren van dezen boom zijn zeer dicht, zei hij bij zich zelf; 'al de vrouwen zijn vogels. Wie weet, of mijn vrouw er niet boven in zit?

Hoewel dit eerste Fransche Humanisme nog, zonder onmiddellijke voortzetters te vinden, uitbloeit in den kleinen kring der mannen, die het gekweekt hadden, zit het toch reeds vast aan de groote internationale geestesbeweging. Petrarca is voor Jean de Monstreuil en de zijnen reeds het illuster voorbeeld.

»Dog vrijers zijn vol list en loze streken, Hun woorden zijn wel honing-zoet, Terwijl zij dragen in 't gemoet Den angel, om te steken Haar, die hen mindTrots deze booze ervaring verlangen de vrijsters toch naar hun gezelschap: »Dit bosje weet, Dat ons is leet, Dat gij niet t'alle-tijdetjens, Ons met uw kout Gezelschap hout En zit aan onze zijdetjens.

De veerkrachtige bodem, opgezwollen en verzadigd van water, buigt door onder den voet en herstelt zich dadelijk weer. Dan zeggen de menschen: "Hier zit veen in den grond." De opgraving van het veen is een kunst, die al sinds overoude tijden bekend is.

De voorstelling van het Avondmaal is zeer opmerkelijk: Jezus zit aan het eind der tafel, met Johannes in zijn schoot, Judas ligt voor Christus neergeknield en vraagt een stuk brood, achter hem kruipt een duivel. Op de tafel staan drie visschen.