United States or Macao ? Vote for the TOP Country of the Week !


Als sneeuw en regen daalt het vocht uit zijn schatkamer neder. Dan drinkt de aarde het in en bemorst het. Tot het in den bodem der aarde de zwangere graankorrel ontmoet. Die doet ze dan zwellen en bersten en een kiem uitschieten. Het laat zich in den halm opzuigen. Tot in de air dringt het vocht op.

Vervolgens op heur hoofd en heure borst kloppend, sprak zij: 't Is het vuur, dat daar is, dat mijn hert en mijn gezicht verschroeit: verwijt het mij niet; weet gij nog dat wij veel van zout eten hielden, om beter te kunnen drinken, naar gij zeidet? Nu is al het zout in ons lijf, mijn beminde, en mijnheer de baljuw drinkt wijn. Wij vragen geen wijn: geeft ons water.

En wij, die schelden op den werkman, omdat hij zijne woning ontvlucht, omdat hij drinkt en zwiert, wij geven hem zulke gezellin!

Schuld draagt het schild en naast haar rijden de andere met speren en helmen en schilden. Eens zat ik eenzaam, daar kwam de oudste der Asen en zag mij diep in de oogen. Wat wilde hij vragen? Wat wilde hij weten? En ik zeide tot hem: "Wodan, ik weet waar uw oog is gebleven: Mimir drinkt iederen morgen uit Strijdvaders pand. Wie zou de bron van den kundigen Mimir niet kennen."

Ik was in gedachten verdiept. Hadt gij gegeten, toen gij de deur van de kerk sloot? Zeker. En toen gij tegen dat kalf aanliept, hadt ge toen ook niet gegeten. Maar.... Gij zegt, dat gij niet gegeten hadt? Toch wel. En drinkt gij licht of zwaar bier? Zwaar bier. Hoeveel halve kannen? Twee. Nooit meer? Wel eens drie. Nooit vier? Nooit zes? Dat gebeurt zeer zelden.

Wanneer gij dit leest beste vrouw zult gij watertanden, de Aniesette is overheerlijk, de Kurassou niet te zoet en met een echte Kurassou smaak, heel wat anders als 't bogt dat gij gewoonlijk drinkt, NB. als gij dit gelezen hebt lust gij niets meer uit "de Vergulde druif" waar gij altijd laat halen.

Hij drinkt! riepen de wondermeesters en hielden de buiken zich vast en de slaven krompen van het schaterlachen. Toen tastte ik met mijn groote ezeltanden voorzichtig naar de pastei, knabbelde er een stukje van, kwam weêr terug naar mijn beker.... Hij eet! Hij drinkt! Hij eet en drinkt als een mensch! riepen de wondermeesters en slaven. Als hij maar niet.... fluisterde plotseling de oudste.

De geheele plechtigheid bestaat, ten aanzien van den jongman, daar in, dat hy aan de jonge dogter eene zekere hoeveelheid wildt en visch, door hem gevangen, aanbied; en, wanneer zy dit aanneemt, doet hy haar deeze vraag: "Wilt gy myne vrouw zyn"? Indien zy dit met ja beantwoordt, is de zaak klaar; en wanneer het huis en de huisraad gereed zyn, viert men de bruiloft door een feest, waar op men zig dronken drinkt.

Het was zoet als gesuikerd. En scherp als gekruid. Toch was het enkel water. Hier vangen wij het uit de rotsbron dadelijk. Het is ijskoel. Na den eersten regen is frisch, als lente, groen opgekomen. De rijdieren eten daar van. Het kleine paardje drinkt van zijn moeder. Wij zitten met ons zessen in het donkere bronnenhol, spelen met het water en kijken naar het licht.

De tafeltjes leveren wederom een groot verschil op: aan het eene praat men: aan een ander lacht men: hier vrijt men: daar gluurt men: hier werken de oogen: daar de handen: ginds de voeten: hier eet men: daar drinkt men: hier wordt gerammeld: daar gezwegen. Eene tafel, waaraan acht heeren zitten, is de stilste van alle: de verveling is op elks gelaat te lezen.