Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 mei 2025
Loge antwoordde, dat het den Asen slecht ging en den Alfen ook, en dat hij gekomen was om te vragen, of Thrym het wapen verborgen had van den God, die bliksems slingert. Daarop zeide Thrym: "Goed verborgen houd ik het wapen van den God, die bliksems slingert, zoo diep onder de aarde als in den tijd gemeten acht maanden van den winter zijn.
Bijna alle goden waren op het feest: Wodan en Frigga, Njord en Skadi, zijn vrouw, Tyr, die maar één hand had, omdat de Veenrookwolf hem de andere had afgebeten, toen hij het beest wilde binden, Freyer met Beugel en Buigster, die hem dienden, en Freya, zijn vrouw. Thonarr was er niet: die was op reis naar het Oosten, maar zijn vrouw Sippia wel. En er waren nog veel meer Asen en Alfen.
In Vochtendal heeft de sneeuwwollige Uller zich een burcht gebouwd. Alfenland gaven de Asen aan Freyer bij 't doorbreken van den eersten tand. De derde bouw is met zilver gedekt. Lentezaal was reeds lang geleden voor den hoogen Ase een zetel. Koele wateren spoelen door Storteschuim, waar Wodan en Sage dagelijks drinken uit bekers van goud.
Zegen van Uller en aller goden goede gunst voor wie wegneemt de vlammende vuren. Neemt weg mij dien ketel, dat uitzicht weer hebben op aarde de Asen." Maar Roodspeer wilde niet dat de vuren weggenomen werden. Toen verhaalde Vermomde de wonderen van den wereldboom, die groeit door alle tijden: "Schrikesch lijdt meer schade dan de menschen weten. Hol wordt het hout.
Daarheen rijden ook alle de goden om te beraden, iederen dag. Goudig van glans zijn de paarden der Asen, stevig van stap, vlug vliegen ze op hunne lichte hoeven, zilver waaien de manen in den wind ... Zegen van Uller en aller goden goede gunst voor wie wegneemt de vlammende vuren. Neemt weg mij dien ketel, dat uitzicht weer hebben op aarde de Asen."
Maar voor Roodspeer blijft Wodan Vermomde. Al meer openbaart Vermomde de geheimen van Godenland, zijn eigen land, beschrijft de burchten van de Asen, die hem allen bekend zijn, doch Roodspeer herkent den Oppergod niet.
Maar Roodspeer wilde niet dat de vuren weggenomen werden. Toen verhaalde Vermomde de wonderen van de woningen der goden boven alle tijden: "Hoog voor mijn oogen ligt het liefelijke land van Asen en Alfen. Thonarr zit in Krachtland ten troon tot de goden vergaan. Vijf honderd-en-veertig zalen weet ik in Bliksemflits' huis. Hooger dan alle huizen, die met daken gedekt zijn, is de zaal van mijn zoon.
Ook over wat hem gevraagd werd uit de geschiedenis van de goden hoe Njord, die een Wane was, onder de Asen werd opgenomen en hoe de helden van Walhalla elkander dagelijks dooden in den strijd en dan weer gezond bij elkander komen om gezamenlijk den maaltijd te nemen, over alles wist Stormsterk met veel verstand te verhalen.
Daar zat op een heuvel Thrym, die de vorst van de Dorstigen is. Honden hield hij aan gouden halsbanden, die blonken als de lichte randen om de wolken, en van zijn merries streek hij de manen glad, die fladderden als grauwe nevelflarden in den wind. Toen hij Loge zag, vroeg hij hem, hoe het met de Asen en met de Alfen ging, en waarom hij zoo alleen naar Reuzenland kwam.
Zij wenschten Wodan, dat hij nog lang als de machtige onder de goden zijn troon bezitten zou, aan de Asen, dat zij gelukkig op Alvaders feest zouden zijn. De heerschers ondervroegen hen beiden, wat zij waren te weten gekomen, of de vrouw hun een aanwijzing op uitkomst gaf, zij ondervroegen hen heel den namiddag, totdat de duisternis daalde.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek