Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 30 april 2025


Daar zag hij Thrym, heer der vorstreuzen en god van den verwoestenden donder, alleen aan een heuvelhelling zitten. Hem listig uitvragend, kwam hij spoedig te weten dat Thrym den hamer had gestolen en hem diep onder den grond begraven had. Bovendien merkte hij dat er weinig kans was hem terug te krijgen tenzij Freya hem gebracht werd als een vogel uitgedost.

Thonarr verkleedt zich als Freya, de lichte godin, en gaat naar Thrym, den reus. Loge, de listige, vergezelt hem. Bij het bruidsmaal, dat de reus hun aanbiedt, eet Thonarr twee ossen, en drinkt hij drie emmers mede leeg, gulzig, zooals de wolken van een zich samenpakkend onweer alle dampen van de aarde opslurpen. Dan breekt het onweer los: Thonarr is weer in het bezit van den hamer.

Vlug werden de bokken naar huis gehaald en voor den wagen gespannen, ijlings renden ze heen. Rotsen spleten, vonken spatten op den weg, dien Wodans zoon naar Reuzenland nam. Toen Thrym hem daar van verre zag aankomen, riep hij luide: "Reuzen staat op, en rangschikt de zetels: Freya brengt men mij tot vrouw.

Daar zat op een heuvel Thrym, die de vorst van de Dorstigen is. Honden hield hij aan gouden halsbanden, die blonken als de lichte randen om de wolken, en van zijn merries streek hij de manen glad, die fladderden als grauwe nevelflarden in den wind. Toen hij Loge zag, vroeg hij hem, hoe het met de Asen en met de Alfen ging, en waarom hij zoo alleen naar Reuzenland kwam.

Toornig werd Thor, ontwaakt nu weer, En vond zijn trouwe knots niet meer, Hij fronsde 't hoofd, hij streek zijn baard, Toen keek rondom de zoon der aard, En daar hij sprak dit woord vóór al: "Nu luister wat 'k u zeggen zal, Wat god noch mensch weet, leer ik u: Weg is mijn knots, wat moet ik nu?" Thryms Quida. Thor en Thrym.

Vertel mij alles van verre: wie zit verzuimt soms iets te zeggen, en leugens verzint men als men ligt." En Loge verhaalde, dat hij zijn taak even voorspoedig volbracht had als zijn tocht: dat Thrym, der Dorstigen vorst, den hamer had, maar dat niemand hem dien zou ontnemen, tenzij Freya hem gebracht werd als bruid. Weer gingen zij samen naar Freya's woning.

Thrym vond dat vreemd, en hij zeide: "Nog nooit heb ik een bruid zoo gulzig gezien, en geen meisje ooit zooveel mede zien drinken." Maar de sluwe dienares, die aan zijn zijde zat, antwoordde geslepen: "Acht nachten lang gunde Freya zich geen eten: zóó hunkerde haar hart naar Reuzenland." Thrym, die zijn bruid wilde kussen, lichtte nu verlangend haar sluier op.

Op de zuster van den reus, die om de gewone geschenken vroeg, werd niet eens gelet; daarom fluisterde Loki den verbaasden Thrym weer toe dat liefde de menschen afgetrokken maakt.

Freya was zóó schoon dat al de goden, reuzen en dwergen naar hare liefde verlangden en om beurten haar tot vrouw wilden. Maar Freya bespotte de leelijke reuzen en weigerde zelfs Thrym, toen Loki en Thor voor hem pleitten. Vereering van Freya.

Naar huis gedreven Werden de geiten, Gespannen voor de kar; Vlug moest het gaan De bergen dreunden, De aarde stond in vlam; Odins zoon Reed naar Jötun-heim. Thrym heette zijn gasten welkom aan de deur van het paleis, zeer verheugd bij de gedachte, dat hij weldra in het volle bezit zou zijn van de godin der schoonheid, naar wie hij lang te vergeefs had gezucht.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek