United States or Haiti ? Vote for the TOP Country of the Week !


De drang naar die andere, nog ongekende liefde was niet te weren geweest, hoezeer ook haar gedachten werden afgeleid, werden bezig-gehouden door zorgen en angsten ; illusies waren in klanken en kleuren, in winterkou en in zomersche luwten, ze waren in weg-wazende wolken en in donkere kamerhoeken, ze brachten tranen mee of een lichten lach...; vage verlangens beklemden of deden zwellen en gedijen het jonge lijf; vizioenen van geluk verdoofden en verblindden met vreemdzalige ontroering.... Ze hechtten zich niet aan personen, ze bleven onbestemd.... Maar o! zoo moeilijk viel het haar soms helder bij haar taak en bedrijvig te blijven, haar dagen niet te verdroomen.... Al haar geestkracht had ze noodig om zich op te rukken uit bedwelmende soezerijen, die er waren vóór ze 't wist.... Haar toewijding was er des te ernstiger en forscher door geworden, maar had ook iets dors gekregen.... En hoe lieflijker haar droomen waren, hoe meer ze wel voelen moest het minne en valsche der krachten waartegen ze daaglijks had op te tornen....

De boomen waren nog niet groen, maar alles stond frisch en vol knoppen. Er was water in alle greppels, en het hoefblad stond in bloei aan den kant van den greppel. Al 't kreupelhout, dat op het steenen walletje om den akker groeide, was bruin en glanzend geworden. Het beukenbosch in de verte stond als 't ware te zwellen, en werd ieder oogenblik dichter. De hemel was hoog en helder blauw.

Van den Tweehoornigen Neushoorn wordt gezegd: "Terwijl de mannen trachtten den Neushoorn ten strijde te prikkelen, Den verkropten toorn van den reus langzaam deden zwellen, Verloor het volk door het lange wachten de hoop op den strijd, Maar de gewone woede keert dra in het monster terug; Met den dubbelen hoorn heft hij den geweldigen Beer op, Zooals de Stier de stroopoppen tot de sterren omhoog werpt."

Zooals ieder begrijpen zal, had Claudine dit couranten-artikel, blijkbaar gesteld met het oogmerk om den kunstenaar in kwestie op een piedestal te zetten en bovenmatig te doen zwellen zooals de geijkte term was niet zoo kalm kunnen doorlezen als wij die er tegelijk eene oude kennis mee vernieuwen.

Marianne te zien teruggegeven aan het leven, gezondheid, haar vrienden en hare liefhebbende moeder, was een denkbeeld, dat haar hart vervulde met een gewaarwording van innige bevrediging; dat het deed zwellen van vurige dankbaarheid; doch dat gevoel vertolkte zich door geen uiterlijk vreugdebetoon, geen woorden, geen glimlach.

De schaduwbeelden der bruggen hadden in de duisternis een wanstaltig voorkomen. De regen had de rivier doen zwellen. De plek, waar Javert op de borstwering leunde, was, zooals men zich herinneren zal, juist boven de plaats, waar de Seine zulk een geweldige strooming heeft, loodrecht boven die vreeselijke draaikolk, welke als schroef zonder einde draait. Javert boog het hoofd en zag naar beneden.

Het komt wel eens voor, dat de hoofdscheut niet doorgroeit, terwijl zich een groot aantal secondaire scheuten ontwikkelen. In zulke gevallen moeten de jonge, kweekbolletjes direct weggebroken worden. In Juli of Augustus, somtijds zelfs pas in September, is de groei zoover gevorderd, dat de bloemknoppen, die in den beginne groen zijn en later pas wit worden, sterk beginnen te zwellen.

Daaglijks trachtte ze in zich-zelf na te gaan of ze nu eigenlijk verliefd op hem was, of niet.... Ze wou het heel gaarne gelooven, want liefde voor een man echte, groote liefde en dan later voor haar kinderen.... O! daar kon ze haast niet aan denken zoo schitterend licht, zoo stralend van heerlijkheid was dat!... Soms, als ze zich wegdroomde in die illusie, en ze dacht aan hem daarbij, dan voelde ze op-eens een emotie van milde rijkheid in zich zwellen, dan zei ze, geëxtasieerd, in zich-zelf: Ja, ja, hij is 't..., hij heeft mij lief en ik.... Maar als ze dat uit wou spreken: ik heb hem lief, dan was er weer een vreemde twijfel, die de extase neersloeg, iets onvasts, schoorvoetends in haar denken.

De gedachten aan het gemeenebest dat de belichaming is der algemeene eenheid, waarin ieders persoonlijkheid ondergaat om te herrijzen, gelouterd van de engheid des levens, omgeschapen tot een deel van een wijder zijn, doet de borsten zwellen en de harten hoog kloppen. Zoo droomde Rousseau zich het schoonste leven.

Bleek, met starende oogen en vast opééngeklemde lippen, staat hij een oogenblik midden in de kamer stil. De aderen aan zijn slapen zwellen op en schemeren blauwachtig door de bleeke huid; eindelijk opent zijn mond zich voor een diepen zucht. Hij grijpt werktuiglijk naar een stoel en laat er zich op neervallen.