United States or Afghanistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een fijne motregen deed geniepig zijn tegenwoordigheid voelen en de lucht helderde soms wel wat op, maar telkens kwamen er nieuwe vlagen. Nu was voor kort de Lambert, toen hij op de heide te Leur opsteeg bij regen, bevreesd voor kortsluiting, wat het gevaar veroorzaakt in de lucht met het toestel en al in brand te... vliegen!

Keek hij naar de helderblauwe lucht, dan troostte hij zichzelf: "Praatjes van dien regen!" Keek hij naar 't ernstige gezicht van den baas, dan dacht hij: "'t Zou toch verschrikkelijk zijn, als de regen alle pret ging bederven!" De baas stoorde zich niet meer aan Hans, maar werkte rustig door. En toch bleef Hans staan, alsof hij meende, dat de baas nog wat zeggen zou.

Wel te verstaan, buiten den mist en den regen gerekend, die mij het beklimmen van den top vrijwel onmogelijk maakten en mij in den vollen zin des woords druipstaartend naar beneden dreven. Ik zag het beloofde land, maar mocht het niet betreden.

Eindelijk, tegen 't vallen van den nacht, bedaarde de vreeselijke strijd, de regen hield op, het weerlicht flikkerde slechts nu en dan nog in de duisternis, en geen ander geluid brak de stilte dan het klateren van het water, dat van de hoogten naar de dalen vloeide.

De regen sloeg haar in 't gezicht en doorweekte hare kleederen. de zon verblindde hare oogen en verschroeide hare teedere huid, maar zij sloeg geen acht op dit alles en reed voort, altijd voort, zich slechts terwille van haar paard nu en dan eenige uren rust gunnend.

"Dat zal slechts een schemering zijn. Door den regen van gisteren is het water zoo troebel geworden, dat het vooral onder de boomen aan den walkant niet van den vasten grond te onderscheiden is.

Op den morgen van den 6den Juni viel er evenwel bij het aanbreken van den dag een fijne regen van den grijzen, bewolkten hemel. De karavaan wachtte op de levensmiddelen voor de negers, die, door tachtig Bakonjo gebracht, eerst om zeven uur aankwamen.

En zelfs in 1792 zegt Cornelius de Jong nog: »De Kaap, niet bestraat zijnde, is in den regentijd een algemeene dijk, hetwelk de laarzen zeer noodzakelijk maakt. De goten, die wijd zijn, midden door de straten loopen en meesttijds het water niet kunnen verzwelgen moet men bij sterken regen overspringen" . Toch volgde men in het huiselik leven de hoofse zeden van de Europese steden.

»Afkoelenviel Monks uit. »Al de regen, die ooit gevallen is of ooit zal vallen, kan niet zooveel van het helsche vuur blusschen, als een mensch in zich om kan dragen. Je kunt jezelf niet zoo licht afkoelen; denk dat maar niet

Ei, dat zou aardig wezen! Dat is waarlijk een prachtige boom voor mijn Frits Sahlmann. 's Zomers appelen, en 's winters worst!" Dit zeggende maakte hij het venster open en riep: "Frits Sahlmann! Frits! kom daar uit, mijn jongen. Ge zoudt daar in den regen verkouden kunnen worden."