United States or Laos ? Vote for the TOP Country of the Week !


Slechts dan als we het dier van boven af beschouwen, het eens een oogenblik zielkundig bestudeeren, en bedenken hoe prachtig de natuur haar voorzorgen genomen heeft om hem alle ellende van een angstwekkend voorgevoel te besparen, kunnen wij ons zijn blijdschap begrijpen. In de eerste plaats mist hij het leed dat wijzelf inwendig lijden, ook door ons medelijden met onze naasten.

En in dien nevel dacht zij aan Moldehoï en zag zij het spectrale fjord opschemeren tusschen zijne schermen van bergen in den mist, en zag zij de drie lijntjes goud in het westen ... En zij voelde zich op eens geheel en al verlaten en eenzaam, zooals zij zich gevoeld had, in dien mist, zelfs zonder gedachte aan Sir Archibald en Frank, slechts denkend aan hare doode moeder.

Zou 't leven daar nét zoo zijn... zoo dof, zoo verstikkend, zoo andrijvend als een plompe mist, zoo benauwend als een kleine heete kamer met een rhumatieke moeder...

Ook den laatsten avond zouden we op het dek doorbrengen, maar ... om drie uur 's middags kwam er mist, tegen vijf uur begon de boot eigenaardig te schommelen en om acht uur was de storm in vollen gang. Dienzelfden nacht voeren wij de Finsche golf binnen en in den morgen bereikten we Reval. Hier kwam de douane aan boord en inspecteerde niet alleen de bagage maar ook onze passen.

En dus ook, en welverdiend, was het ons opgelegd, onze eigen duisternis te moeten scheppen. Precies zoo als elke lamp een warme, menschelijke maan is, zoo is iedere fabrieks-dampige mist een rijke, menschelijke avondval. Ware het niet door dit mystiek gebeuren, wij zouden nimmer de duisternis zien, en hij die nooit duisternis zag, zag nooit de zon.

Hij kon er zich uren vergapen aan het broeien en groeien der wolken. De avonden en morgenden waren er grooter en langer, en de nachten eens zoo oneindig. De winters lagen er rondom lijk ware Breughels, en men zag van hier de lente waarachtig uit het Zuiden komen, en dan, altijd en overal, in zon en mist, zag men het boerenvolk de goede aarde melken. Was dat niet Mozesachtig?

Dat was toch mijn stad; mijn vaderland. Maar hoe ik de oogen ook opende, ik zag niets of bijna niets dan de roode gasvlammen, die in den mist brandden als in eene dichte rookwolk.

"Ja," antwoordde een zachte vrouwenstem over het water. "Och," hernam hij, haastig zijn vest weer aantrekkende, want die stem zeide hem dat hij met een dame, die door den mist overvallen was, te doen had, "neem me niet kwalijk, maar zoudt ge mij een genoegen willen doen? Daar, dichtbij uw bootje, drijft een doode vogel. Als gij zoo goed wildet zijn "

Dat de mist hier niet overvloedig zijn moet, blijkt; want niet alleen paarden-, maar allerlei soort van straatmist wordt hier langs de straten en wegen, zoodra het 'er maar nedergeworpen is, opgeraapt, en op ezels geladen; eens zelfs zag ik twee jongens elkanderen bijna in het haar zitten, om een hoopje paardenmist.

Maar wat het =misten= betreft dáárop zou ik durven zweren: er was in die dagen méér mist dan tegenwoordig. Zoo'n mist ten minste als er =toen= hing op dien November-middag, bedoel ik, neen, zóó eenen heb ik er in mijn later leven nooit weer bijgewoond of het moest te Londen geweest zijn. Men kon feitelijk geenen boomstam op twintig passen vóór zich onderscheiden.