United States or Montenegro ? Vote for the TOP Country of the Week !


Schoon zijn ze, schitterend en blinkend als de ijskristallen, koel en koud; het kalme licht der maan doodt ze niet, maar voor den warmen zonneschijn verdwijnen ze en komen niet terug. Arme Dorus, warmte en zonneschijn, liefde en geluk, dat is het wat gij zoekt, wat gij mist, waar ge thans om schreit en snikt, als wilde het hart u breken; waarom ge nu wenscht te mogen, te kunnen sterven.

Des Woensdags den 23sten April des morgens ten 4 uur maakte de Victoria zich gereed om te vertrekken bij donkere lucht; de nacht kon moeielijk scheiden van de wateren van het meer, dat door een dikken mist werd omringd, maar weldra dreef een hevige wind deze nevelen uit elkander. De Victoria slingerde eenige minuten naar verschillende kanten en ging toen recht noordwaarts.

Met den mist die 's-middags gevallen was, had hij een jong schaap verloren, en, nu hij "den rakker" hier juist bezijden den plas achter het opschot van wat struikhout heeft teruggevonden, nu wilde hij liefst zoo gauw mogelijk naar huis, "want," zoo besloot hij: "Onze Lieve Heer zal van nacht den duuvel 'en strop um den hals hoalen!" Blê, riep het schaap, Mêêê!

Zoo vroeg op den dag, was de baai gevuld met een ijlen blauwen mist, die, hoewel in 't algemeen het uitzicht belemmerend, de diepte waarop het woud zich onder onze voeten uitstrekte, nog scheen te vergrooten. Deze valleien, die zoolang een onoverkomelijken hinderpaal vormden voor de pogingen der ondernemendste kolonisten om het binnenland te bereiken, zijn hoogst merkwaardig.

Vóór ons, zoo ver het oog reikt, de groote, witte woestijn, volkomen vlak; op één punt slechts een kleine verhevenheid, ons dépôt! De derde belangrijke etappe is voltooid. We hebben onzen voorpost bereikt, den uitersten naar het Zuiden. Dus waren we zeer verheugd, en we voelen ons, alsof we bijna de zege hebben behaald. In den mist waren we op 5 kilometer ten westen van het dépôt uitgekomen.

Nu, in Engeland is men voor eene excentriciteit meer of minder niet zoo vervaard als hier, en indien zij behagen vindt in heen en weder te trekken, heeft zij gelijk dat zij ons laat praten." "Om één ding spijt het mij toch dat zij juist nu afwezig is," zeide Lidewyde. "En dat is?" "Dat zij de gelegenheid mist kennis te maken met ons aanstaand nichtje.

Haar stem mist alle welluidendheid; de geluiden, die zij maakt, klinken heesch en dof als "katsj" of "dak" en "eetsj", maar ondergaan eenige wijzigingen in den paartijd of door angst: in 't eerstgenoemde geval hoort men een kort afgebroken gefluit, dat als "pssiep" klinkt en dikwijls het voorspel is van een dof, schijnbaar diep uit de borst oprijzend "joerrk"; in 't laatstgenoemde geval wordt haar geluid kwiekend en klinkt als "sjeetsj".

"Geslacht der Pterychti, daar zou ik op zweren; maar deze levert eene bijzonderheid op, die naar men zegt bij de visschen der onderaardsche wateren aangetroffen wordt." "Welke?" "Hij is blind!" "Blind!" "Niet alleen blind, maar hij mist zelfs geheel het gezichtsorgaan." Ik kijk en zie dat het volkomen waar is. Maar het kan een bijzonder geval zijn.

Door vele geschiedschrijvers wordt aan deze laatste samenkomst van den prins met Egmond eene anecdote vastgeknoopt, die echter alle geschiedkundige waarheid, alle waarschijnlijkheid zelfs mist. "Vaarwel, prins zonder hoed," zou Egmond bij het afscheid hebben uitgeroepen: "Vaarwel, graaf zonder hoofd!" zou Oranje's antwoord zijn geweest.

Zij hadden altijd een helderen klank, maar nu was het alsof het geluid in haar groeide en groeide. Spoedig scheen het, alsof er niets anders dan klokken in den nevel waren. Het was alsof de gansche hemel er vol van hing, ofschoon men ze niet kon zien door den dichten mist.