Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 mei 2025
Ik was bij het struikhout, waar de Miridiet naar toe rende, veel eer dan hij. Ik was hem minstens veertig paardelengten vooruit, ofschoon hij een voorsprong van driedubbele lengte op mij had gehad. Het gevolg hiervan was, dat hij zijn paard omwierp en de vlakte oprende. Ik ging hem achterna, maar niet meer in ijlgang, waartoe ik mijn hengst aangezet had.
Met den mist die 's-middags gevallen was, had hij een jong schaap verloren, en, nu hij "den rakker" hier juist bezijden den plas achter het opschot van wat struikhout heeft teruggevonden, nu wilde hij liefst zoo gauw mogelijk naar huis, "want," zoo besloot hij: "Onze Lieve Heer zal van nacht den duuvel 'en strop um den hals hoalen!" Blê, riep het schaap, Mêêê!
Maar hoe wilt gij dan naar de Derekulibe komen? Te paard. Dat bewijst onbekendheid met den weg. Te paard kunt gij onmogelijk door het struikhout komen. Zou misschien de Shoet zich de moeite willen geven om bij mij te komen? Wat denkt gij wel! Al verzocht de Padischa zelf het hem, hij deed het niet. Dat wil ik best gelooven! Overigens laat hij zijn gezicht nooit zien. Hij maakt het altijd zwart.
Nu liet ik ook mijn hengst voorzichtig uit het struikhout komen en zag de geheele bende wegrijden.... de beide Aladschy's op hun sjekken, den Miridiet op zijn bruin, ook Manach el Barscha, Barud el Amasat en den ouden Mubarek, die zeer wankel in den zadel zat met zijn arm in een hangband. Indien ze geweten handen dat ik mij op hoogstens tien meter distantie van hen bevond!
Ik kruip terstond tusschen het struikhout en dan verder het bosch in. Als zij nog hier zijn, moet ik ze daar zien. Maar er is ook een bron; bij gevolg zullen er ook padden en kikkers zijn. Het geluid van die dieren valt dus niet op. Gij blijft hier, tot gij mij een van die dieren hoort nadoen. Hoort gij een pad, dan blijft gij hier tot het vuur uit is.
Ik had hem dus eindelijk in zijn zwak getast en antwoordde: Mijn verstand gaat het uwe niet te boven. Ik overleg scherper. Ik stel mij voor dat de Miridiet ons hier opwacht, en in mijn verbeelding zie ik hem komen, onder leiding van den verrader Suef. Als de eerstgenoemde mij wil doodschieten, dan moet hij op mij loeren. Hij moet dus, links of rechts, in een struikhout schuilen.
Ik dreef mijn paard tusschen het struikhout, dat zich aan den oever bevond en mij volkomen dekte, wanneer ik mij maar een weinig vooroverboog. Daar bleef ik op wacht. Wat ik vermoed had, gebeurde. Nauwlijks vijf minuten later kwam hij in draf mij voorbij en de brug over. Hij reed op den bruin met de bles, had een geweer aan zijn zadel hangen en een heidukkenbijl op zijde.
Zij zullen denzelfden weg volgen, waarlangs zij gekomen zijn; want een anderen kennen zij niet. Zij moeten dus in onze handen vallen. Het beste is, dat wij hen opwachten in het struikhout, waar het vrije veld begint. Goed zoo, stemde Bybar in, wiens klankgeluid verried dat zijn mond en neus gewond waren. Wij zijn met ons vieren, en zij ook. Ieder van ons neemt er dus een voor zijn rekening.
Hij maakte de voor mij weinig belangrijke opmerking: Wij hadden onze paarden niet in het struikhout moeten onderbrengen, want met dat onweer zijn we niet zeker dat zij rustig blijven. Gij kunt zonder zorg zijn, want mijn knechten passen er goed op, antwoordde Habulam. De paarden stonden dus ergens in het bosch, en wel onder toezicht van eenige knechten van den gastheer.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek