United States or Cayman Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nu zijn zij eerlijk; de lippen van den schreeuwer tegenover mij zijn nu ontspannen; hij snurkt, en op zijn bruut gelaat is een trek van krachtig willen; zijn hand ligt tot een vuist gebald op zijn dekens. Het pretentieuse mannetje naast hem schijnt nu verzakt te zijn tot een onbelangrijk hoopje zwakheid.

In een oogenblik veranderden die vrouwen in vossen en holden weg. Toen Visu haar trachtte te achtervolgen, ontdekte hij tot zijn schrik, dat zijn beenderen vreeselijk stijf, en zijn haren ontzettend gegroeid waren, terwijl zijn baard den grond raakte. Tevens ontdekte hij, dat de steel van zijn bijl, hoewel die van het taaiste hout was vervaardigd, tot een hoopje stof was vergaan.

't Was vooral Louis, die hem stil hinderde, maar ook zijn moeder, nu hij haar minder aankeek , Louis scheen nog heeriger, mondainer dan vroeger geworden.... Mondainiteit.... Frivoliteit dat waren de woorden die hij gedurig voelde spoken in zijn hoofd, en ... och-god! daar was hij immers al verder en verder, en nu zoo onmetelijk ver van komen te staan.... Wat wisten zijn ernstige heiden, zijn gebogen herders, zijn sombere poelen en zijn wijde, licht-doorwaasde nevel-hemel van de mondainiteit!... Het hoopje van de sjiek, hij had het zoo geheel uit het oog verloren bij zijn blikken op de menschheid, de natuur, het ál....

Nu is het maar een handvol hoopje huizen op zijn heuvel. Veilig voor de vijanden en open voor den wind. Toch maakt het van verre een beteren indruk dan groote dorpen als Zarnoeka en Jibné, die van leemen huizen zijn gebouwd. Hier zijn de huizen van gehouwen steen. Sommigen half-af. Of opgezet als groote huizen en afgebouwd met een dwaas, kort dak.

De kans stond hachelijk, want met den moed der wanhoop liepen de dappere verdedigers van hun vaderland tegen het vuur der kanonnen in, en lieten zich bij honderden tegelijk doodschieten. Reeds stond het kleine hoopje Spanjaarden gereed om op de vlucht te slaan, toen Cortez op dat gevaarlijke oogenblik met het zwaard in de vuist, onder het geroep van »Santiago!

Twee dagen zat ze daar zoo in den donker, zonder beweging, zonder een geluidje van lijden, klachtloos te sterven in haar zelfgekozen hoek. En ik moest wel dikwijls naar haar komen zien, al wist ik toch wel telkens hetzelfde te zullen vinden; het schemerende hoopje, het ziek haargeglim in het kistendonker en het smartgeglimp van haar vèr naar binnen schouwende oogen die stom in zich zelve leden.

Als een niet te ontwarren kluwen staan de veertien vereenigden rug aan rug tegen elkaar gedrongen, vast besloten tot een wanhopige verdediging. De moedige houding van het hoopje bleek ontzag in te boezemen; maar in zijn gevaarlijken toestand, daar zoo midden op de brug, kon de weifeling bij den ruitertroep niet lang duren. »~Vooruit!~" klonk een gebiedende stem: »~Er op in!~"

Boven het lawaai uit kon je door de ruiten heen schelle, doordringende scheldwoorden hooren... "Huissiesmelleker! Huissiesmelleker!... Vuile afzetter!... Afzetter!! Afzetter!" De vrouwen hokten op een hoopje bij de tafel, de stoelen, het bed, het beddegoed, die op de stoep in de modder stonden.

IJverig peuterend, krabde hij, 't hoopje vezels te zaam vegend, tot die op gezond hout stiet en 't mes bij 't heft knapte. "Wel vervloekt!" , zei-ie driftig. "Als we wéer vliegen, nemen we postduiven mee, pa vin u niet, pa? dan kan dat ons niet overkomen , pa? dan, dan...." Pa zat in versteend zwijgen. Tegen elf uur scheen de verlossing te naderen, 'n Man stapte aan door de struiken.

Eindelijk, mij langs een hoopje begevende, dat nog luidruchtiger en drukker was dan de rest, hoorde ik mij eensklaps bij mijn naam noemen: en, mij omwendende, herkende ik Weinstübe, die met een grooten roemer in de eene en een zweep in de andere hand, den redetwist, waarin hij gewikkeld was, afbrak om mij aan te spreken. "Huyck" riep hij: "foor wien wed jij?"