Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 juni 2025
Daar bloeit de boomgaard van de zedelijke volmaking, die als voorbereiding van elken schouwende gevorderd wordt: de vrede en zachtmoedigheid, de demping der begeerte, de eenvoud, matigheid, arbeidzaamheid, ernst en innigheid. Zoo is het in Indië geweest en zoo hier: de aanvangswerking der mystiek is een moreele en praktische. Zij is bovenal de beoefening van daadwerkelijke naastenliefde.
Voor ons gevoel dissoneert met dien toon op schrille wijze de vrome aanprijzing van het geestelijk huwelijk en het schouwende leven, waarop Repertoire de science zijn vriend Franc Vouloir in het latere gedeelte van het gedicht onthaalt. Even vreemd doet het ons aan, dat de dichter door Folie en Désir soms hooge waarheden laat bewijzen, die men van den kant der tegenpartij zou verwachten.
Zelf is hij blijkbaar geneigd het Werkend Leven hooger te stellen; immers dat is "vele meerre arbeit"; de schouwer doet niets anders dan dat hij "zijnen Schepper liefheeft". Wat hem echter weerhoudt aan het Werkend Leven den voorrang te geven is, dat degelijke geleerden het Schouwende Leven hooger gesteld hebben; bovendien, CHRISTUS zeide immers van MARIA, dat zij het beste deel gekozen had; zoo komt de auteur van den Doctrinael niet tot eene slotsom.
De Brulocht bestaat uit drie deelen, overeenkomend met de drie trappen, welke de mysticus in zijn streven naar volmaaktheid heeft te bestijgen: het werkende, het innige en het schouwende leven. Aan het geheel is ten grondslag gelegd deze tekst: "Ziet, de bruidegom komt, gaat uit, hem te gemoet."
Twee dagen zat ze daar zoo in den donker, zonder beweging, zonder een geluidje van lijden, klachtloos te sterven in haar zelfgekozen hoek. En ik moest wel dikwijls naar haar komen zien, al wist ik toch wel telkens hetzelfde te zullen vinden; het schemerende hoopje, het ziek haargeglim in het kistendonker en het smartgeglimp van haar vèr naar binnen schouwende oogen die stom in zich zelve leden.
Want de drie eerste graden behooren tot het Werkende, de twee volgende tot het Innige, de beide laatste tot het Schouwende leven.
Het groote gevaar van het zelfvernietigingsgevoel lag in de conclusie, waartoe evenzeer de Indische als sommige christelijke mystieken kwamen, dat de volmaakte schouwende en minnende ziel niet meer zondigen kan. Immers, opgegaan in God, heeft zij geen wil meer; slechts het goddelijk willen is gebleven, en waarin zij ook de vleeschelijke neigingen volgen, daarin is geen zonde meer.
Het schouwende leven heeft groote gevaren, zegt Gerson; velen zijn er zwaarmoedig of gek van geworden. Hij weet, hoe licht een te aanhoudend vasten tot waanzin of hallucinaties leidt; hij weet ook, welk een rol het vasten speelt in de praktijken der tooverij.
52 En schouwende zag ik een banier, die zoo snel in eenen kring rondliep, dat ze mij tot alle rust onbekwaam docht: 55 en daar achter kwam zóó lange sleep van menschen, dat ik niet geloofd zou hebben dat de dood er zóó velen had ònt-maakt. 58 Nadat ik er éénen had herkend, keek ik, en ik zag de gelijkenis desgenen, die uit lafheid de groote weigering had gedaan.
In het Tractaet van seven Sloten worden de kloosterplichten uiteengezet; doch, evenals in de bovengenoemde en nog te noemen geschriften, telkens weer in verband met het gansche mystieke leven en hier inzonderheid met het schouwende leven. Het boek van den twaelf beghinen is gewijd vooral aan de Beschouwing.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek