United States or Cambodia ? Vote for the TOP Country of the Week !


DE JONGE, Geschied. v. h. Ned. Zeewezen, I 156, 189, 328, 351. Zie het roerend verhaal dier wreedheden, zoodat zelfs den beul "dat arbeit verdroet," bij PETER VAN THABOR, Archief, II 201; SCHOTANUS, Kron. 587; JACOBY, Kort en Beknopt Chron. Leeuw. 1755, 121.

Daer sal die meneghe om besueren Die bitter doot, dat wetic wel te voren: Nochtan bleve die arbeit al verloren, Want hi en mochse ghewinnen niet, Hi soude hem selven int verdriet. Bringhen ende ooc groten heren. Ic sal mine tale wel keren, Ende sal segghen dat si es doot. Waer sidi, hoghe gheboren ghenoot, Van Deenmerken, her ridder stout?

Verder: Karl Bücher, Arbeit und Rhythmus. Abhandl. der Philolog.-histor. Classe der königl. N. Geerts, Oorsprong en wezen van het volkslied, in de Handelingen van het zevende Nederl. Filologenkongres, bl. 109 vlg. Het Nederlandsche volkslied heeft lang gewacht op de waardeering, die het toekwam.

Die Fähigkeit zu irgendwie anstrengender Arbeit hort bei ihnen auf, das Gefühl für Recht und Unrecht stumpft sich ab; Gedächtnisschwäche, gedankenlose Geschwätzigkeit, Lügenhaftigkeit aus blossem Hange zum Lügen und unüberwindliche Arbeitsscheu charakterisieren diese Art der Degeneration.

"Allen die Gode ghetrouwen "Ende doer hem lijden arbeit, "Dien gheeft hij grote rijcheit, "Woninghe in hiemelrijck "Ende vroude ewelijck."

Zelf is hij blijkbaar geneigd het Werkend Leven hooger te stellen; immers dat is "vele meerre arbeit"; de schouwer doet niets anders dan dat hij "zijnen Schepper liefheeft". Wat hem echter weerhoudt aan het Werkend Leven den voorrang te geven is, dat degelijke geleerden het Schouwende Leven hooger gesteld hebben; bovendien, CHRISTUS zeide immers van MARIA, dat zij het beste deel gekozen had; zoo komt de auteur van den Doctrinael niet tot eene slotsom.