United States or Liechtenstein ? Vote for the TOP Country of the Week !


Beiden namen nu naast haar plaats en poogden haar toestand zoo gemakkelijk mogelijk te maken. Wat Weinstübe betrof, hij bleef liggen waar hij neergekomen was, met de ongevoeligheid van een zeeziek mensch. Weldra keerde Reynhove met Klaas terug, welke laatste nu knaphandig den boel opredderde. "Waar is de Heer Blaek?" vroeg ik, eenigzins verwonderd, dat Lodewijk niet opdaagde.

Reynhove had dadelijk met voorkomende beleefdheid al de vouwstoelen uit de kajuit gehaald en zette die op het dek neder, ten einde de dames plaats konden nemen, terwijl Klaas, de schippersknecht, een tafel aanbracht en Weinstübe een paar flesschen opentrok en de glazen inschonk.

"Nu hebt gij ons nog niet verhaald, Weinstübe!" zeide Reynhove, toen wij een poos gezeten hadden, "hoe gij daar in die sloot zijt gearriveerd."

Ik keek in de richting, welke hij mij aanwees, en zag inderdaad, dat Reynhove, Blaek, Weinstübe en een drietal Officieren, zich in een der bij de herberg behoorende koepeltjes bevonden, dat voor hen was vrijgehouden: en het gaf mij juist geen kwaden dunk van Reynhove, dat hij niet verlangde met Jan en alleman te zitten. "Nou, wat mot ik zeggen?" vervolgde de waard.

"'t Is wel Weinstübe zelf en niet zijn geest," zeide ik, op het geluid afgaande: en weldra ontdekten wij, met behulp der lantaren, den armen Duitscher in eigen persoon, die ongeveer tien passen van het vaartuig af tot aan den hals toe in een moddersloot was gezakt en ontwijfelbaar gestikt ware bij gebrek aan spoedige hulp.

"Welnu," hernam Tante: "UEd. ziet, dat ik gelijk heb:" en alzoo acht ik het vergeeflijk niet alleen, maar zelfs betamelijk en lofwaardig in dien Weinstübe, dat hij, vervuld zijnde van die dingen, welke dienstig zijn tot de zaligheid, zich alleen bezighield met het noodige, en die kleinigheden verwaarloosde, welke de wereld voorschrijft, maar die in een zoo plechtig oogenblik niet meer zijn dan asch en drek."

Hier bezigde hij eenige uitdrukkingen, te gemeen om herhaald te worden, maar die door Weinstübe en de officieren met een luid gelach werden aangehoord. Er had een hevige strijd in mijn binnenste plaats.

Terwijl Reynhove op deze wijze voortging met Weinstübe te plagen, wendde ik mij naar Roggeveld, en vernam of er ook gelegenheid ware, iemand, zoowel naar het gestrande vaartuig, als naar Oud-Naarden of 's-Gravenland te zenden: en op deze punten ingelicht zijnde, vroeg ik aan de beide Heeren, wat hunne verdere voornemens waren.

"Nu vraag ik aan elk verstandig mensch," zeide Lodewijk, met een luiden lach, "of zulk een verschooning wel iets anders als een uitvlucht is? Wat duivel! die zijn paarden sparen wil moet niet wedden. Wat zegt gij er van, Weinstübe?..." "Das ist recht," antwoordde deze: "onze freund Reynhove sol het auch gaar nicht meinen wollen.

Weinstübe werd overal gezocht: doch vruchteloos: nergens, noch in de kajuit, noch in 't vooronder was hij te ontdekken.