United States or Guam ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar ik hoor dat er iemand bij mijn man is. MEVR. BERNICK. Neen Hilmar, kom maar hier, je hindert ons niet. Wou je iets? HILMAR. Neen, ik kwam maar eens kijken. Nou, wat komt er nu van? MEVR. BERNICK. Waarvan? HILMAR. Wel, Bernick heeft immers een vergadering bij elkaar getrommeld. MEVR. BERNICK. Zoo? Maar wat is er dan eigenlijk aan de hand?

Rozetje, de moeder, zindlijk, mager vrouwtje, dat nog wel is bakerde, as 'r in de buurt gelegenheid was, nou op 'n kraam liep te wachten, 'n kraam van

'k Jòk niet. Tante he't me verteld, de dag dat Oom me koffer gehaald he't, dat ie gedreigd had mit de peliessie.... Nou dan! Ja maar da's ook al!

Wat zou je zien gebeuren dat zei ik tegen Van Vlot op een avond dat hij mij weer den kop kwam gekmaken: Laten we nou veronderstellen, zei ik, dat er op de vijftig huishouwens die bouwen moesten, veertig er zelf niet kapabel toe waren, en dat elk driehonderd gulden vrij geld in de Maliebaan had gebeurd; nietwaar, dan zou de een al was het geen verplichting, toch alweer tegen den ander zeggen: Och vrind of burger-commun, help jij me een handje, want mijn moeder is rhumatiek of aamborstig en kan toch niet zoo tusschen 't afbraak blijven zitten.

Hij sprong 't bed uit, liep het winkeltje in, draaide de boerin om. Maar meteen kreeg-ie zoo'n kou in z'n haren, zoo'n snijdende kou, zoo'n misselijke kou en stikte-die haast. Nou zag-ie zelf 't bed, dat zoo wit was, alsof d'r 'n laken over lee. O God, wat... was... dat... allemaal... verschrikkelijk... terwijl... d'r... toch... niks... was.

"Zie je, want 'k heb ook me straf eerst later uit motte zitte. Zoolang 'n vrouw in 't ziekehuis leit, is die man ommers ontoerekenbaar, en wordt niet gestraft as zijnde 't hoofd van dat gezin. Of ben jij nou heelemaal zoo'n kind in die wette?

"Waarom heeft je moeder daar niks van gezeid?" verweerde zij zich nog zwakjes brommend; "er is net zooveel te doen van middag." En Sprotje, berouwvol op haar beurt, stelde verontschuldigend voor: "De volgende week dan misschien, Juffrouw?" "Nou, goed, de volgende week," kwam juffrouw Jonkers verlucht. De volgende week schikte zij het uurtje vrij.

In 's hemels naam, zou hij, geloof ik, zeggen, u moet dat allemaal zoo zwaar niet opnemen; wat voorbij is, is voorbij, vooral niet te diep er op ingaan.... En wellicht nog eventjes, onder het droomerig neerkijken op het vuurpuntje van zijn sigaar, er philosopheerend aan toevoegen, dat het leven nu eenmaal zoo is, alles ups and downs, , heden ik, morgen gij.... Maar onderwijl stiekumpjes-spijtig in zich-zelf denken: wel, wel, nou heb ik 't toch nog niet luchtig genoeg gedaan!

Ik wou een stil dienstje by twee eenige luidjes, daar ik men werkje zo zelf kon betreuzelen; en wy kennen mekaer, want Juffrouw het wel duizendmaal op men schoot gezeten, en dan kon ik ook nog eens horen van dien goejen Heer Blankaart, die ik in velden noch op wegen ontmoet; nou ik kom haast nooit uit.

"Nee ziet u dokter, dat dacht ik niet, want ik zeg immers dat zij het niemendal is;" herneemt Thomas een weinig verlegen: "Maar weet u waar moeder niet overheen kan.... Jawel moeder, laat me nou spreken, je tobt er over. Jawel! Zie dokter...."