United States or Liberia ? Vote for the TOP Country of the Week !


U weet niet, hoe prachtig hij was en hoe hij speelde!" "Jawel ik zag hem ook." "Is 't waar? Maar waar zat u dan?" "Vijf rijen achter jou." "Ik begrijp niet, dat ik u niet gezien heb." "Dat begrijp ik heel goed," was 't droge antwoord. "Je keek voortdurend naar hem en toen 't scherm viel, keek je daar naar." Zij bloosde nog erger en zeide: "Nou, wat vindt u er dan van?"

"Neen, meneer, die was muziekmeester en gaf les aan de kinderen!" "Dat is wat anders! En hoor je graag muziek?" "Jawel, meneer!" Toen Frans dat gezegd had, ging mijnheer Moerdijk naar een hoek van de kamer, waar een kast stond. Frans dacht ten minste, dat het een kast was, maar bij nader inzien bleek het, dat het een piano was. Hij nam toen een stoeltje en sloeg zes toetsen te gelijk aan.

"Jawel; maar als hij nu eens een kwajongen wordt, als zoovele anderen, wat dan?" "Hoor eens, vrouw, daarvoor zal ik trachten te zorgen!" zei Balsem en ging weer naar zijn kleine apotheek om daar eenige medicijnen klaar te maken, die zoo op het oogenblik zouden gehaald worden. En hoe ging het met Willem?

»Waarlijk niet, en ik mag dat wel kunnen zeggen, zonder dat gij daarom behoeft te blozen; want ik spreek slechts waarheid, niets anders dan de eenvoudige waarheid." En zich daarna tot Hulda's moeder wendende, vervolgde hij: »Hebt gij niet bemerkt, vrouw Hansen, dat ik Hulda beminde?" »Jawel, zoo wat," antwoordde deze met een glimlach op de lippen.

Toen zeide ik dat de oudachtige heer de jonge mensch was, waarvan ik gesproken had; dat waart gij. Toen sprong dat aardige kleine jongske tegen haar op en zeide: Tante, dat is die menheer, waarvan gij altijd zegt, dat hij er uitziet als een regelbroodje, dat in koffie met veel melk gesopt is." Toen werd zij vuurrood en ik moest luidkeels lachen en zeide, jawel, dat gij dat waart.

"O. En wat deden ze daar?" "Bij de kerk, burgemeester?" "Ja, daar waren ze immers, zeg je?" "Jawel, burgemeester. Daar deden ze, hm, hm, ziet u, daar deden ze.... hm, hm, niets, burgemeester." "Zoo, dat is een beetje. En toen?" "Toen zijn ze, hm, hm.... ik ben er verkouden van geworden, ziet u." "Och kom, en wat deden ze toen?" "Toen zijn ze, ziet u, toen.... toen gingen ze naar huis."

Je weet Van Hake, dat we om zoo te zeggen boezemvrinden zijn, en dus...." "Moest u dokter hebben, menheer Kippelaan?" "Chut, chut, amice. Je begrijpt wel dat ik mijn reden heb waarom ik hier achter inkom. Mijn vriend Helmond wilde ik spreken; jawel, maar chut! in een teere zaak; heel teere zaak; en dáárom.... A propos, je hebt witte drop, wit? Klaar ?" "Jawel. Verkouden menheer Kippelaan?"

Petrus vroeg: »wie is daar? en wat wil jeEn een schrille stem antwoordde: »ik ben een arme, eerlijke kleermaker, die vraagt om binnen gelaten te worden.« »Jawel, eerlijkzei Petrus, »zooals de dief aan den galg!

Ik wilde weten waar de geboren Koning der Joden is. Herodes? vraagde de hoofdman verwonderd. Herodes werd door den Keizer tot Koning aangesteld, hem moeten wij dus niet hebben. Er is geen andere Koning der Joden. Jawel, want wij hebben zijne ster gezien en zijn gekomen om hem te aanbidden. De Romein begreep er niets van. Ik ben geen Jood en kan u dus niet helpen.

Dik gaf geen antwoord, want hij had het al eenmaal gezegd, en dat vond hij genoeg. "Kom, ventje, je kent toch je eigen naam wel? Hoe heet je?" Gedreven door een gevoel van medelijden zei hij nog eens: "Dik." "Jawel, jongetje, dat ben je, maar ik wil weten, hoe je heet! Hoe is je naam?" riep de juffrouw eenigszins ongeduldig.