United States or Tajikistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Toch holp 't niet, en die andere ochtend wier mijn Carlientje na 't ziekehuis overgebracht, en bleef ik met die vier schape van kindere alleenig over op logement. "Maar 'k mos ze achterlate. Anders had 'k ommers geen brood voor d'r lui, en in dat ziekehuis vroege ze ook drie kwartjes per dag en acht dage vooruit ... Dus ik trok er met me doofstommigheid op uit na Amsterdam ...

"Nou!... 't Was rood as de kachel van binnen... Je sag soo de balleke valle." "Steen brandt ommers niet", zei Saartje, ongeloovig. "Of die brandt", schetterde Jan, opkijkend en de huizen rondom taxeerend: "'k Wou gedoome dat 't hìer is gebeurde"... "Nou, ikke niet", schuwde Saartje.

't Mooiste komt ommers nog, van hoe ze al stiekem op die erfenis van mijn gevangenis-cente aasde." Maar die comedie kende ik nu al wel. "Ja man, van je familie moet je 't maar hebben ..." sneed ik de pathetische voordracht bot af. "En toen na je ontslag, wat heb je toen verder uitgespookt?"

Zal ik 'm nou leere ... kost mijn ommers niks. Maar één ding neem 'k 'm kwalijk: die jonge bidt!... Tòch gaf 'k 'm me jas en me vest! Wie doet dat? Ik, Jean Charles Racier ... as atheïst!... En vannacht ben 'k van die cente uitgeweest ... daar zien 'k zoo bleek van ..." "Van de centen van mijn pak ... als atheïst zijnde!" Racier schrok schuw in elkaar. "Dáár heb 'k 'n steek late valle.

As jei sloap je ommers nie haure,... moedertje,... [p.88] se legge

De heer Bruis was ondertusschen nog warmer dan warm geworden, waar zijn ongeduld en de jas over den arm niet weinig aan toebrachten. "De dokter ook niet?" "Neen, menheer." "Mevrouw ook niet?" "Neen, menheer; ik zeg je ommers dat ze der allemaal op uit zijn...." "Waar zijn ze dan naar toe?" "Dat weet ik niet, menheer! Ze zijn allemaal uit, en de meid is alleen thuis."

"Ja, benoemd, maar hij had ommers de dood an 't groote kappitaal gezien, net as ikke, z'n zoon Cadet ... en heeft 't afgeweze ..." "O zoo ..." "Maar nou heb je me weer in de war gemaakt ... Waar was 'k gebleve?" "In 't huis van bewaring ..." "Dus de eisch weges oplichterij op gróóte schaal was zes maande ..." "Drie, wil je zegge."

As 't anders niet was; die hebben haast gedaan. Maar dat nieuwe." De juffrouw wist ter wereld niets nieuwer dan spoorwegen, en "men zou er haar ook niet opkrijgen". "Ja maar," merkte Rietheuvel aan, "in dat nieuwe ga je wèl. Je hebt ommers wel gelezen van dien Onderaardschen Schietblaasbalk?" "Van die wat?" vroeg de juffrouw, haar bril van den neus nemende, "van die wat?"

Ge ziet in dit stuk het liefdesverlangen van Geertje, ge ziet hier ook het aandoenlijk beroofd-zich-voelen van de wees, maar in de door mij gecursiveerde zinnen, zit dat andere. Hoe? Ze schaamde zich zoo over wat er was gebeurd, ze zou ommers ook liever heelemáál niet meer over de kermis hebben gesproken, maar ze had zoo'n behoefte om het te zeggen, om vertrouwelijk te doen tegenover Meneer....

O, wat had ze daar gruwelijk spijt van! Hoe kwam ze't te zeggen ... ze wist het niet ... Laa's kijke.... O ja! toen.... Meneer-keek zoo plaag'rig. Eerst al, met dat geplaag om 'er boordje.... Toen, net of dat heel wat was, dat zij iemand kende in Amerika.... Ja, daarom had ze gezeid, "van 'en kennis." Net zoo ommers as et was.... Maar ze zag dat Meneer et raar von.