United States or Uzbekistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


U heeft geen kinderen, meen ik." "Geen een," zei de dikke man, die intusschen van dorst versmachtte; "tot mijn spijt," voegde hij er met een zucht bij, ofschoon het tafereel, dat hij voor oogen had gehad, die spijt juist niet had verzwaard. Mama kwam binnen. "Dit is mijnheer Bruis, liefste!" zei de dokter, "van wien ik u zoo dikwijls gesproken heb."

Voor zoover de heer Bruis merken kon, had het eene sterke gelijkenis op zeker werkje, getiteld "Amours et Amourettes de Napoléon", waaruit zonder twijfel veel stichtelijks is te leeren voor een meisje van zestien jaar.

Het was blijkbaar dat de heer Bruis de verkeerde laan had ingeslagen, en hoewel de vuilnishoop onaangenaam was, deed toch de nabijheid van het water hem zooveel genoegen, dat hij besloot daar een oogenblik uit te rusten alvorens hij terugkeerde.

"O ja, mijnheer! ik beleef heel veel pleizier aan dat meisje. Ze is altijd met een of ander boek in de weer; ik verzeker u dat zij haar Fransch nog beter verstaat dan ik; zij leest Engelsch, en Hoogduitsch ook." "Kom aan," zei de heer Bruis; "dat 's pleizierig. Ja, hier in Holland zijn zulke heerlijke gelegenheden voor dat alles."

Tot 's mans geluk was de stad, die ik nog altijd niet genoemd heb, niet groot, en de heer Bruis merkte spoedig genoeg de poort, die hij uitmoest, ofschoon het bestijgen en niet minder het afdalen van twee aanmerkelijk hooge bruggen hem vrij wat geknauwd had.

En hij was dien middag onwederstaanbaar. Gelijk het bruis op de lippen van een bezetene borrelde het leven over zijn lippen: het spoog uit zijn oogen, het schuimde in zijn mond, het leefde uit zijn losgeraakte armen en beenen; met zijn handen, niet lui meer, begeleidde hij in de lucht zijn vaag gevisionneer.

Nu, de heer Bruis had gelegenheid gehad om zich gedurende een groot kwartier te verlustigen in de nauwgezetheid, waarmee deze doktersmeid, die intusschen een langdurig gesprek gevoerd had met de dochter van een fruitvrouw, die uit naaien ging en voor een opgeschoven raam zat, zich van dezen haren plicht kweet. Hij had evenwel te veel haast om verwijten te doen.

Ik zou hem onrecht doen, indien ik zeide dat de heer Bruis de onderrichtingen van Grietje vergeten had, vermits hij er in zijn drift weinig naar had geluisterd. Hij moest "eerst een eindweg den singel op, dan een laan in, dan rechtsomslaan, totdat hij aan zoo'n wit paaltje kwam: dan weer links-, en dan weer rechtsom, en dan was hij in de Meester-Jorislaan". "En het Buiten van Dr. Deluw?"

De heer Bruis nam den wandelstaf weder op, ging de laan terug, en was weder op den singel. Weldra deed zich een andere laan aan hem voor, die hij echter goedvond eer hij ze intrad, eens af te gluren. Hij zag dan ook dat er spoedig gelegenheid zou zijn rechtsom te slaan, en dit gedaan hebbende was hij ook al heel gauw bij het witte paaltje.

Is Jantje weer zoet?" Er was iets zeer schichtigs en onrustigs in het gelaat van Mientje. Het was, om de waarheid te zeggen, geen heel mooi meisje; ook al bleek, en met iets heel leelijks in de oogen, die altijd ter zijde uitkeken; daarbij had zij als waren 't zenuwachtige trekken in haar gezicht, die den heer Bruis niet aanstonden. Mevrouw Deluw drong er niet op aan om het boek te zien.