Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 juni 2025


"Ik heb een dame gezien die onder een boom zat te lezen," zei de heer Bruis, die anders niet gewoon was een meisje van zestien jaar eene dame te noemen; maar hij dacht: Engelsch, Fransch en Duitsch, en altijd lezen! "Och, dat is haar lievelingsplekje," zei mevrouw Deluw; "wij zullen haar eens gaan opzoeken. Het is er koel, en wij kunnen er uitrusten."

Maar mevrouws gelaat drukte uit, dat zij er zich niets van herinnerde. Mevrouw Deluw nu was eene zeer preutsche dame. "Zal ik mijnheer een kop thee presenteeren?" sprak zij; en naar een kastje gaande, dat van droogte nooit sloot, haalde zij er een gebloemden kop en schotel uit te voorschijn. De heer Bruis had alles willen geven voor een glas bier of een glas wijn en water.

In geen zestien jaren had hij zijn goeden "zwarten Daan", zooals Deluw aan de academie genoemd werd, gezien; en hoe zou hij hem vinden? Aan de zijde eener beminnelijke gade, omringd van bloeiende kinderen! Ja, met grijzend haar in plaats van zwart, maar met hetzelfde hart in den boezem, open voor vriendschap, vreugde en gezelligheid!

En eer mevrouw Deluw, die natuurlijk "allerijselijkst confuus" was, iets zeggen kon, had de heer Bruis het lievelingsplekje reeds verlaten. Hij haastte zich door de smalle kronkelpaden zijn weg te zoeken. "Buikje!" klonk het met een sarrigen lach uit een der omhoepelde appelboomen.

"Mag ik u om nog een weinig melk verzoeken?" Dr. Deluw merkte wel dat zijn academievriend liever iets kouds had gehad, en maakte duizend ontschuldigingen over de slechte ontvangst in een koepel, waar men alleen maar van tijd tot tijd heenging om de kinderen genoegen te doen. "Jammer dat hier geen kelder is," voegde hij er bij.

Eenige oogenblikken zat het drietal daar neder, terwijl mevrouw Deluw enkel het woord voerde tegen haar dochter, om gezegden uit te lokken, die hare groote voortreffelijkheden aan den dag konden brengen; en dan schudde zij weder eens het hoofd over de badende kleine jongens, een kwartier uurs verre in het land.

Hij kwam dus terug, schelde nog eens aan, om een en ander aan de meid te bewaren te geven; maar Grietje was waarschijnlijk alweer bij haar vriendin, en de heer Bruis zag zich genoodzaakt, op dien brandendheeten vrijdagachtermiddag, zijn overjas en valies zelf te torsen, met het stellig voornemen om, zoo hij ooit zoo ver komen mocht van Dr. Deluw te zien, zich bij hem over zijn meid te beklagen.

"Neem me niet kwalijk, mijnheer!" zei de dokter, moeite doende om zich redelijk in te houden; "die jongen maakt het me lastig. Ik zal u zoo terstond te woord staan;" en hij pakte den nietwiller bij den kraag. "Och gut; scheur zijn goed niet, Deluw!" vleide de moeder; "hij gaat immers al."

"Der is een turfhok!" schreeuwde de stoute jongen uit al zijn macht, uit de plaatszelve die hij noemde. "Die ondeugd," zei de moeder met een klein lachje. "Heeft mijnheer nog meer relatiën te ?" vroeg mevrouw Deluw aan den heer Bruis, de stad noemende, die ik nog niet genoemd heb.

Is Jantje weer zoet?" Er was iets zeer schichtigs en onrustigs in het gelaat van Mientje. Het was, om de waarheid te zeggen, geen heel mooi meisje; ook al bleek, en met iets heel leelijks in de oogen, die altijd ter zijde uitkeken; daarbij had zij als waren 't zenuwachtige trekken in haar gezicht, die den heer Bruis niet aanstonden. Mevrouw Deluw drong er niet op aan om het boek te zien.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek