Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 juli 2025


Echter kwam het dezen geneesheer, uit den mond van een vreemdeling, in dit oogenblik vrij ongepast voor. Daarom zette de heer Dr. Deluw groote oogen op. "Buikje!" herhaalde de heer Mr. Bruis. De heer Dr.

"Willem, ga mama opzoeken!" zei Dr. Deluw. Willem stond vadsig op, rekte zich uit, ging aan de deur van den koepel staan, en schreeuwde zoo luid hij kon: "Mama!" Daarop ging Willem weer zitten, en keek over zijn boek heen. "Ik wil er uit," gilde de jongen in het turfhok, en trapte tegen de deur. "Wat zal ik je zeggen," zei Dr. Deluw, "die knapen tergen je geduld wat!

De heer Bruis hield niet van zulk soort van meisjes. "Hoe oud is uw dochter?" vroeg hij. "Zestien jaren," zei mevrouw Deluw, haar hoofd oprichtende met moederlijke majesteit. "Flos ipse;" prevelde de heer Bruis. "En zoo als ik zeg," ging mevrouw Deluw voort; "Engelsch, Fransch en Duitsch. Ik geloof dat ze nu weer met een Engelsch boek is uitgegaan. Heeft u haar niet gezien?"

Hij trok de schouders op. "Hij is zeker in dien tijd nog vrij wat gezetter geworden, Zwarte Daan!" zei de dikke man opstaande van den stoel, waarop hij gezeten was. "Bruis!" riep eensklaps Dr. Daniel Deluw uit. "Dat's waar ook, ik heette Zwarte Daan, en jij heette Buikje; ik zou je niet gekend hebben, man! Wat benje veranderd! Samen gegeten. Welzeker, welzeker. In de Plezierige Sauskom."

En zij ging naar buiten; met het snikkende kind nog altijd hangende aan haar japon. De jonge heer Deluw, met de bleeke wangen en de blauwe kringen, bleef alleen met den heer Bruis, en keek hem met onbeschaamde blikken aan. "Ik zal die burenplagers wel krijgen," zei Dr.

Mevrouw Deluw was niet ver af, bezig met Jansje te beknorren over het leven dat zij maakte; "zij wist ook niet", zei ze met een oog op den tuinknecht, "waarom er altijd wat aan dien tuin gedaan moest worden, als de familie er in was." Deluw droeg zijn vriend aan zijne vrouw op, en wilde vertrekken. "Nog een woordje!" zei mevrouw Deluw. "Wat, liefste?" zei de dokter.

Het vijfjarig kind huilde niet meer, maar hing toch nog steeds aan haar japon en toog mede. Toen zijn vrouw vertrokken was, kwam het vriendenhart van dokter Deluw weer boven. Gaarne zou hij zich met zijn ouden makker nog eens hebben verdiept in oude dingen, in de genoegens van Leiden, in herinneringen van de Pleizierige Sauskom, in wat niet al?

Deluw, zijn academievriend, dien hij sedert zijn huwelijk niet gezien had; want de heer Bruis woonde in een Overijselsch stadje, waar hij meester in de rechten, maar geen advocaat, echtgenoot, maar geen vader, lid van den raad en koopman was. Hij moest in Rotterdam wezen, en had een omweg gemaakt om op dezen heeten achtermiddag zijn vriend Dr. Deluw, diens vrouw, en diens kinderen te zien.

Dit staaltje van echtelijke samenspraak betrof een vijftal knapen van acht of negen jaar, die zich op een kwartier afstands van Veldzicht in het weiland bevonden, en het op dien brandendheeten achtermiddag veel frisscher vonden in het water van den tocht dan in hunne kleederen. "Uw oudste dochter," zei Bruis, toen hij met mevrouw Deluw alleen was, "schijnt veel van de eenzaamheid te houden."

Zij naderden het lievelingsplekje; de dochter stond op, en neeg nogmaals voor den heer Bruis. Mevrouw Deluw ging naast haar dochter op de tuinbank zitten, de heer Bruis vond er een stoel. "Wij komen hier wat bij je zitten, Mina. "Wat lees je daar weer, kind? vast weer Engelsch?" "Och neen, mama! 't is maar zoo'n boek; ik wist zoo gauw niet wat ik mee zou nemen; ik zag dit liggen.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek